Droom bierbrouwers: alle plattelanders aan Het Zotte Kalf

  • Brouwers Klaas-Jan en Freddy.

Het valt op: een tafel met tientallen flesjes bier in de boerderij van de familie Huisman tussen Onderdendam en Winsum. Een te vroeg examenfeest, een schuurfeest? Niets van dit alles. Freddy Venhuizen (26) en Klaas-Jan Huisman (27) hebben er sinds begin dit jaar hun  plattelandsbrouwerij Het Zotte Kalf.

Op de vroege zaterdagochtend bottelen ze bier in het afgetimmerde deel van de jongveestal. Af en toe klinkt geloei van een koe en dringt de geur van mest binnen. ‘Niet echt fijn’, zegt Freddy en trekt een vies gezicht. Klaas-Jan merkt het niets eens. Dat krijg je als je opgegroeid bent op deze plek.

We dronken een speciaalbiertje in de stad en dat was niet te haggen. We dachten: dat kunnen wij beter

De brouwers zijn al kameraden sinds hun basisschooltijd in Onderdendam. Zeven jaar geleden begonnen ze met brouwen. ‘Dat gebeurde nadat we in een café in de stad een speciaalbiertje dronken dat niet te haggen was. We keken elkaar aan en dachten hetzelfde: dat kunnen wij beter’, vertelt Freddy, terwijl hij voorovergebogen flesjes vult. Zodra eentje klaar is, voorziet Klaas-Jan het van een kroonkurk. Eerst maakten ze gebruik van een emmer van 20 liter, tegenwoordig gebeurt het brouwen in twee vergistingstanks van 250 liter elk, door de heren ‘het blije ei’ genoemd. Elk vat is goed voor ruim 500 flesjes.

Het Zotte Kalf  heeft inmiddels twee vaste (de Salorn Tripel en Galloway Porter) en drie seizoensbieren in de markt gezet, met een alcoholpercentage tussen de 6 en 9. Ze zijn te koop bij enkele slijterijen, waaronder Van Dijk in Bedum, en bij horecabedrijven als Marenland en Toby’s in Winsum, dorpshuis Zijlvesterhoek in Onderdendam en het huiskamercafé in Westerwijtwerd. ‘Aan vrienden verkopen we ook, dat doen we al zeven jaar. Verdere verkoop aan particulieren gebeurt nauwelijks. Daar is onze productie te gering voor. Belangstellenden verwijzen we door naar de slijters en horecabedrijven.’

In Vlaanderen is zotte een veelgebruikt woord

Freddy en Klaas-Jan runnen de brouwerij naast hun baan als respectievelijk maatschappelijk werker en radiotherapeutisch laborant. ‘Rijk word je er niet van, ja dan moet je in pils gaan en flink opschalen. Alles wat we verdienen, investeren we weer. Zo komen er over een maand twee vergistingstanks bij, waarmee onze capaciteit  verdubbelt. Ons streven is er een volautomatisch bedrijf van te maken. Al het vandaag verrichte handwerk kan dan achterwege blijven.’

Voordat Het Zotte Kalf een feit was, moesten de ondernemers een hoop bureaucratische hindernissen nemen. ‘We staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en hebben de brouwerij een paar keer moeten laten keuren door de douane. Het is niet zo dat je van vandaag op morgen een brouwerij kunt starten. Er gelden strenge regels.  Bij het maken van accijnsgoederen hoort ook een strikte boekhouding. We hebben een kleine brouwerij, maar het is zeker geen hobbybrouwerij.’

Klaas-Jan bedacht de naam. ‘Ik heb in België stage gelopen, in Vlaanderen is zotte – gek – een veelgebruikt woord.’

Als het bottelen van de honderden flesjes Barrosã Zomerse Blond achter de rug is, begint het etiketteren. Daarna moeten de flesjes twee à drie weken staan voor het bier gedronken kan worden. Morgen gaan de twintigers weer brouwen, zodat over een week of zes dezelfde klus wacht als vandaag.

Wat maakt hun bier nu zo bijzonder? Klaas-Jan: ‘Het is vol van smaak en heeft een goede doordrinkbaarheid. Daardoor is het voor iedereen een aanrader.’ Freddy is ambitieus: ‘Uiteindelijk hopen we alle plattelandsboeren aan Het Zotte Kalf te krijgen.’ Huh, alleen boeren? ‘Nee, álle plattelanders!’

Meer info? hetzottekalf.nl