De man achter het scherm: wilsterflapper Menno (79)

Menno zet het net weer overeind nadat de goudplevieren hem te snel af waren. Op de voorgrond een aantal lokvogels.

Een man midden op het land, achter een scherm. Dat kan hier maar één iemand zijn: wilsterflapper Menno Zijlstra uit Sauwerd. Even kijken hoe de zaken ervoor staan.

Bij het krieken van deze oktoberdag heeft Menno, inmiddels 79 jaar, zijn plek ingenomen op het land van de Adorper melkveehouder Omgo Nieweg. Op de grens van Het Hogeland en Stad, vlak bij poldermolen Koningslaagte, zit hij vaker. Hij heeft een stuk of zes vaste vangplekken.

In ruim drie uur tijd heeft hij het net twee keer laten klappen. ´Vier wilsters (goudplevieren) heb ik gevangen in twee trekken. De vogels kwamen van de Waddenzee. Dat kon ik zien aan het slijk op hun snavel.´

Menno tuurt omhoog. Een klein groepje vogels komt over, maar ze reageren niet op zijn lokfluitje. Evenmin op de lokvogels in het veld en de roep die klinkt uit de verdekt opgestelde speaker bij het vangnet.

Even later lijkt zich een nieuwe kans aan te dienen. Menno trekt aan het lange touw, het net klapt dicht, maar de goudplevieren zijn al gevlogen.

Geduld is een schone zaak.

´Tot nu toe heb ik zo´n 250 wilsters gevangen en geringd voor wetenschappelijk onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen. Als ik er nog vijftig, zestig bij vang, is het een redelijk jaar. Maar het kan ook zo ineens afgelopen zijn, vooral als het winter wordt. Dan zijn het net zwaluwen. Zodra ze de snavel niet meer in de grond krijgen, zijn ze weg.´

´Elk jaar worden het er minder. Vier jaar geleden ving ik er nog 1000 en vorig jaar 380. En ik ben zeker niet minder vaak op pad. Vanaf juli tot de winter, en in het voorjaar tot eind april doe ik dit.´

Menno zet zijn lokfluitje in.

´De vogels komen begin juni aan op de steppen bij Moermansk, waar ze direct gaan broeden. Daarna trekken ze langzaam weer deze kant op. Eerst de oude vogels, dan de jonge. Meestal overwinteren ze in Spanje of Portugal, en als het daar te koud wordt, vliegen ze door naar Marokko.´

Een appje komt binnen, van zijn collega Jurrie Ottens uit Delfzijl. ´Hij zit in Thesinge en meldt dat hij de eerste vier gevangen heeft. We houden elkaar altijd op de hoogte. Laatst waren we samen op pad en vingen we op één dag 46 vogels. De dag erna ving Jurrie er in z’n eentje 51. Ongekend.´

´En dan vandaag… Ach ja, het leven van een vogelvanger gaat niet altijd over rozen. Een noordwesterstorm zou wonderen doen. Dan komen de vogels in groten getale vanuit Denemarken deze kant op.´

Jurrie komt uit een familie van vogelvangers, hij is de vierde generatie. Menno leerde het vak van Jan Ritsema, die op het boerderijtje Harssensbosch ten zuidenwesten van Adorp woonde.

´Jan molk acht koeien en was van alles wat: bunzingvanger, palingvisser, vogelvanger, wilsterflapper en losse arbeider. Na hem heeft er nog iemand gewoond, daarna heeft Het Groninger Landschap het boerderijtje gerestaureerd. Nu is het in gebruik als vakantiehuisje.´

Wilsterflappen is al meer dan 35 jaar Menno´s bijzondere hobby. Een verdwijnende traditie, in Groningen zijn nog maar een paar wilsterflappers actief.

´Zolang mijn gezondheid het toelaat, ga ik door. Het is een prachtige bezigheid. En in het voorjaar help ik boeren met het beschermen van weidevogels. Nesten van kieviten, grutto´s en tureluurs markeren, zodat ze niet worden stukgereden. Zo blijf ik tussen de vogels.´

Eerder verscheen op mijnhogeland.nl:
Wilsterflapper Menno ving dit jaar tot nu toe één vogel (toevallig voor de camera van de NOS)
mijnhogeland.nl/2020/02/16/