Wietse, whiskyman te Onderdendam

Het Paleis van de Heerlyckheid noemt hij de ruimte in zijn huis. ´Bijna alles wat hier staat, heeft met whisky te maken.´

Whiskykenner Wietse Blink (68) verzorgt proeverijen bij bedrijven en particulieren (minimaal tien personen) en maakte dertien keer de oversteek naar Schotland om distilleerderijen te bezoeken.

´De eerste keer ging ik er alleen naartoe voor de whisky. Maar Schotland heeft zoveel meer te bieden. De natuur en cultuur ben ik gaan waarderen. Het land is dunbevolkt, soms zwerf je uren rond zonder iemand tegen te komen.´

Wietse woont met zijn vrouw Annita aan de Middelstumerweg in Onderdendam. Het pand was vroeger deels in gebruik als smederij en winkel.

´Het bijzondere is dat mijn vader ook smid was, in Engelbert. Ik kan mij nog herinneren dat-ie paarden aan het beslagen was. Om half vijf in de ochtend werd ik wakker van de geur van het branden van de hoefijzers in de
hoorn.´

´Ik heb nooit overwogen om mijn vader op te volgen. Hij heeft dat ook altijd ontmoedigd. Hij zei: je moet ervoor zorgen dat je later iets doet waar je geen vieze handen van krijgt.´

Van het oude aambeeld van zijn vader maakt Wietse nog vaak gebruik bij klusjes.

Dat is gelukt. Wietse werkte altijd in het onderwijs en is inmiddels gepensioneerd. Vervelen doet hij zich geen moment.

´Momenteel ben ik de oude smederij aan het verbouwen. Ik mag graag fietsen en vervul nog bestuursfuncties in Groningen, Meppel en Engelbert. We hebben in Engelbert een zomerhuisje waar we regelmatig komen. Met mijn geboortedorp heb ik nog altijd een nostalgische binding, bij het sentimentele af.´

Wietse onderhoudt zijn fietsen zelf in zijn fietsenwerkplaats.

Toch werd Onderdendam in 1981 zijn woonplaats, waar ook zijn liefde voor whisky ontstond. ´Een kameraad hielp mij met het opknappen en verbouwen van het huis. Ik gaf hem een keer een fles whisky. Samen hebben we die op een avond soldaat gemaakt. Toen waren we verkocht. ´

´We kochten later weleens een fles samen en gingen ons meer in whisky verdiepen. We besloten naar de bakermat te gaan van whisky, Schotland. Boze tongen beweren trouwens dat Ierland de eerste was met whiskey. Daarom ben ik ook een keer in Dublin geweest.´

Een kaart van Schotland met daarop alle distilleerderijen.

Afgelopen herfst was Wietse voor de dertiende keer in Schotland, met afstand zijn favoriete land. Samen met een groep Engelberters bezocht hij het eiland Islay, bekend om zijn turfgestookte whisky´s. ´We hebben zeven van de tien distilleerderijen op het eiland bezocht.´

´Geen distilleerderij is gelijk, nergens is het proces gelijk. De smaak van whisky wordt onder meer bepaald door het soort vat, het water dat bij het proces wordt gebruikt en de omgeving. Ligging nabij zee geeft de whisky bijvoorbeeld een zilte smaak.´

´De gewone Schot drinkt graag whisky, maar dan aangemengd. Het is natuurlijk geen goedkope drank.´

Wietse laat een flesje zien van 0,2 liter. ´Dit is whisky van Port Ellen. Het flesje heb ik ooit voor nog geen tientje gekocht. Beleggers kennen het volgens de Whiskybase een waarde toe van 1000 euro.´

Bij de Mitra in Hoogezand verzorgt hij maandelijks een proeverij. ´Ik selecteer zes whisky´s en vertel het verhaal over de distilleerderij en kenmerken als smaak, aroma en afdronk. Vaak zijn er 30 tot 35 proevers. In meerderheid mannen, maar het aantal vrouwelijke whiskydrinkers neemt toe.´

´Whisky mag pas whisky heten vanaf 40 procent alcohol en als het minimaal drie jaar en één dag op vat heeft gelegen. Er zijn ook whisky´s van 60 procent. Je drinkt het met mate, je moet er echt van genieten. Eén of twee glaasjes op een avond is echt voldoende.´

Lachend: ´Die eerste fles met mijn kameraad was een uitzondering.´

Zelf whisky stoken doet Wietse niet. ´Het proces is intensief en het komt allemaal heel precies, dat doe je niet maar even zomaar. Daarom kijk ik er graag met bewondering naar.´