Windmolenmonteur Tim is gek op Amerikaanse auto´s

Tim in zijn loods. Onder de brug een Buick LeSabre (1973), erop een Cadillac CTS (2004). Links de Ford Ranger (1993) van zijn vader. Rechtsboven een halve Buick Elektra 225 (1964). Ook heeft hij er nog twee Fords F100 staan uit 1963 en 1966.

Hij valt wel op in Garnwerd, de rode Ford F100 uit 1964. Het is niet de enige Amerikaanse auto van Tim Leijenaar. In zijn loods buiten Garnwerd staan er nog enkele. ´Een hobby mag geld kosten. Ik vind het leuk om ze op te knappen en erin te rijden.´

Tim (33) – geen Tammo, zoals sommigen hem noemen vanwege de gelijkenis met internethit TikTok Tammo – vertelt altijd al een voorliefde te hebben gehad voor Amerikaanse auto´s.

´Mijn vader was er vroeger al een fan van, een Ford Ranger van hem staat bij mij in de loods. Als klein jochie viel ik al op de mooie modellen en het geweldige geluid van de achtcilindermotor. Maar om ze te houden moet je handig zijn, anders kost het je de kop. Als je voor elk wissewasje naar de garage moet, ben je bakken vol geld kwijt.´

´Ik knap de auto´s op en maak ze rijklaar. Een deel verkoop ik, maar sommige houd ik, zoals de rode Ford. Die heb ik zes jaar geleden gekocht voor de onderdelen. Toen ik hem eenmaal had, vond ik het zonde om hem te slopen. Bovendien kon ik goedkoop aan een cabine komen, die heb ik erop gezet. Sindsdien noem ik hem mijn blij-dat-ik-rij-auto.´

Tim met dochter Rose (5) bij de Ford F100 uit 1964.

´Hij is apk-gekeurd, maar sommige details ontbreken, zoals bepaalde sierstrips. Ik gebruik hem hobbymatig, bijvoorbeeld om hout op te halen of spullen naar de stort te brengen. Zo´n laadbak is hartstikke handig.´

´Per jaar kom ik op 4000 à 5000 kilometer, inclusief de georganiseerde toerritten waar ik aan meedoe. Voor Amerikaanse begrippen is hij redelijk zuinig, 1 op 6 rijdt hij.´

Zijn partner Lisa Douwsma nuanceert de cijfers. Het benzineverbruik op korte ritjes ligt fors hoger ligt, zegt ze. Zij kan het weten, Tim is niet de enige gebruiker.

Voor zijn werk als windturbinemonteur beschikt Tim over een bedrijfsauto. In binnen- en buitenland pleegt hij onderhoud en verhelpt storingen. ´De molen bij Warfhuizen zit in mijn pakket, maar ik ga voor mijn werkgever EWT ook naar Zweden, Denemarken en Duitsland.´

Tim vertelt het verhaal op een zondagmorgen in de schuur bij hem thuis. Samen met Frits Douwsma, de oom van Lisa, timmert hij dakgoten. Hun huis uit 1925 hebben ze de laatste jaren flink aangepakt. Grappig, voor de houtkachel luiert Jack, een… Amerikaanse stafford.

´Als de nieuwe dakgoten klaar zijn, zit het project er eerst op. Dan kan ik meer tijd aan mijn auto´s besteden. In mijn loods breng ik het grootste deel van mijn vrije tijd door als ik niet met het huis bezig ben. En er is nog genoeg te doen. Er moeten nog enkele auto´s opgeknapt worden en van een Buick Electra 225 wil ik een zitje maken voor in de tuin.´