Johnny maakt een toertochtje met een van zijn slagschepen

Een slagschip wordt-ie wel genoemd vanwege de grootte. De Cadillac Eldorado uit 1972 van Johnny van Kalker zie je niet makkelijk over het hoofd.

Deze zonnige zondagmiddag staat de klassieker voor zijn huis aan de Willem de Zwijgerstraat in Baflo. Johnny gaat zo een stukje toeren met zijn vriendin Johanna.

Gelukkig voor hem rijdt zijn groene trots, taxatiewaarde 25 mille, op gas. ´1 op 3, de prijs voor een liter gas liegt er niet om. Je moet daar niet naar kijken, elke hobby kost geld.´

´Deze auto was tot drie jaar geleden van mijn vader. Hij woont nu in een verzorgingshuis en kan er helaas niet meer mee rijden.´

De cabrio is niet Johnny´s enige Amerikaan. ´Bij een kameraad staat nog een Cadillac De Ville, vierdeurs. Die is van 1966 en zelfs 15 centimeter langer. Omdat ik mijn schuur aan het verbouwen ben heb ik er nu even geen plaats voor. Die auto heb ik al 22 jaar.´

Zijn derde wagen, een Chrysler LeBaron uit 1981, staat met een kapotte wiellager bij de garage. ´Die zag ik een keer te koop staan bij Spijk. Bij deze drie blijft het hoor, de schuur is vol.´

Met zijn oldtimers doet de vrachtwagenchauffeur (bij BMN Bouwmaterialen) mee aan toertochten en evenementen. Eentje daarvan is elk jaar in Zweden. Geregeld wordt hij ingehuurd voor trouwerijen, sinterklaasintochten en feesten. ´Ik ben al de chauffeur geweest van de burgemeester, Burdy, en Lucas & Gea.´

´En een reacties die je krijgt! Man, iedereen zit achterstevoren in de auto. Op de parkeerplaats bij een bouwmarkt staken een keer twee voeten van een man onder mijn auto uit. Ik schudde eraan en vroeg wat hij daar moest. Hij zei: de auto is zó mooi, ik wilde ook de onderkant zien.´

Johnny prijst zich gelukkig dat hij het allemaal mag meemaken. Dankzij kordaat ingrijpen van zijn oma.

´Mijn ouders hadden tot halverwege de jaren 70 een café in Pieterburen, dat ze hadden overgenomen van mijn grootouders. Ik weet nog goed dat ik zondagsmorgens de borrelglaasjes op de stamtafel bij langs ging, er zat altijd nog wat suiker en drank in. Ik werd er dronken van en moest overgeven. Onze hond slikte het overgeefsel op en zwabberde door de gang.´

Voor Johnny een dierbare herinnering: het glas van de cafédeur heeft een plekje gekregen bij hem thuis.

´Ik verzamelde ook peukjes en rookte die stiekem op achter de bank. Mijn moeder zag de rookkringetjes en stuurde mij naar bed. Daar ben ik verder gaan roken en in slaap gevallen. Mijn oma ging op den duur bij me kijken. De hele slaapkamer stond vol rook. Ze bedacht zich niet en gooide mij dwars door het raam naar buiten. Dikke schrik natuurlijk, daar lag ik in de tuin te spartelen. Ik liep alleen wat builen en schrammen op. Als mijn oma even later was geweest, was ik gestikt.´

Het is dus allemaal goed gekomen, nou ja, misschien komt de tic voor Amerikaanse auto´s daardoor? Lachend: ´Nee, een neef heeft het virus aangewakkerd. Die had altijd al Amerikanen en kwam zijn auto vaak showen bij mijn ouders. Op den duur heb ik er zelf eentje gekocht.´