´Wat wij doen is te vergelijken met een dierenasiel of met het Zeehondencentrum Pieterburen. Alleen vangen wij verdwaalde postduiven op´, vertelt Klaas-Jan Nienhuis (82).
Hij heeft al jaren in Eenrum een zogeheten centraal hok voor opvang van postduiven van de Nederlandse Postduivenhouders Organisatie (NPO). Zijn vrouw Jantje helpt hem waar nodig. ´In het hele land zijn er misschien dertig opvangadressen. De meeste zitten in het Zuiden, waar de duivensport populair is. Dit is het enige hok op het Hogeland. In het Noorden neemt de belangstelling voor de duivensport door de vergrijzing af. Je ziet nauwelijks leden jonger dan 50 jaar.´
Bord in tuin werkt kennelijk goed
Het vrijwilligerswerk valt sinds kort extra op omdat de NPO een bord in de tuin heeft gezet. ´De organisatie wilde dat graag omdat we dan meer opvallen.´ Lachend: ´Kennelijk werkt dat wel.´
De meeste verdwaalde duiven zijn na vluchten bij de verkeerde duivenmelker in het hok neergestreken. ´Vaak gebeurt dat bij slecht weer. De duiven kunnen dan gedesoriënteerd raken.´
´In april komt de opvang weer op gang, dan begint het wedstrijdseizoen. Tot september hebben we altijd wel tien tot twintig duiven in het hok. Het maximum was ooit honderd, allemaal jonge duiven die verkeerd waren gevlogen.´
Duif wandelt café Bulthuis in Eenrum binnen
De verdwaalde dieren komen vooral uit Nederland. Er zitten ook Franse, Belgische, Engelse en vooral Duitse duiven tussen. ´Dat is logisch, Duitsland ligt hier niet zo ver vandaan.´
Particulieren en de dierenambulance brengen ook duiven naar de Handerweg. ´Postduiven zijn behoorlijk tam en lopen soms zomaar bij mensen in huis. Kortgeleden kregen we een duif die bij café Bulthuis naar binnen was gegaan.´
De gepensioneerd veehouder meldt het ringnummer van de gebrachte duif aan het bondsbureau, dat de eigenaar informeert. ´Die haalt het dier bij ons op of laat het ophalen en betaalt een kleine vergoeding voor de gemaakte kosten.´
Sperwers en haviken zijn de boosdoeners, dat zijn snelle jongens
De Eenrumer is lid van postduivenvereniging De Marnevliegers, maar doet niet meer mee aan wedstrijden. ´Ik heb maar twee eigen duiven meer. De roofvogels zijn de voornaamste reden dat ik gestopt ben met wedvluchten. Ik ben er veel duiven door kwijtgeraakt. Sperwers en haviken zijn de boosdoeners, dat zijn snelle jongens. Ze slaan toe als de duif bijna terug is van een vlucht en vermoeid is. De opvang is nu mijn hobby.´