EENRUM Jacob Mulder (72) wandelt maandagmorgen in een druilerige regen tussen Wehe-den Hoorn en Eenrum. Een groene paraplu houdt hem grotendeels droog. De Eenrumer wandelt wat af en dat is niet voor niets.
´In beweging blijven, adviseerden de artsen en fysiotherapeut na mijn herseninfarct. Dat heb ik in mijn oren geknoopt.´
´Ben altijd onderhoudsmonteur geweest en deed daarnaast veel aan sporten. Ik was net twee jaar met vroegpensioen toen de beroerte kwam. Daar kan ik me nog weleens boos om maken. Ik had mijn hele leven geknoeid, nooit één dag ziek geweest en dan heb je deze poppenkast. Later in het lotgenotencafé kwam ik erachter dat ik niet mocht mopperen.´
De Eenrumer moet meermaals per dag een ´vrachtje medicijnen´ innemen. ´Door die rotmedicijnen voel ik me ´s ochtends ontzettend beroerd en koud. Ik pak mezelf flink in en ga op pad. Alleen, dat is heel belangrijk, dat zie je ook bij lotgenoten.´
´Ik probeer te genieten van de omgeving en loop in een behoorlijk tempo. Dat is de sporter in mij hè. Na afloop voel ik me stukken beter. Mijn vrouw Foske gunt mij gelukkig mijn vrijheid. Tegen het middaguur moet ik thuis zijn, dan wacht een nieuwe lading medicijnen.´
Cas houdt me steeds goed in de gaten, hij wijkt niet van mijn zijde
Elke dag staan er wandelingen van 10 tot 15 kilometer op het programma. ´In de eerste jaren na de beroerte viel ik nog weleens spontaan om. Dat liep altijd goed af, al ben ik mijn voortanden er wel door kwijtgeraakt. Een tijdlang liep ik alleen door de berm met het idee: als ik val, dan val ik niet zo hard. Inmiddels gaat het al een paar jaar goed en loop ik weer op de weg.´
In de zomer pakt Jacob ook vaak de fiets. Het liefst gaat hij richting de dijk. Tot verrassing van zijn fysiotherapeut heeft hij ook zijn oude hobby weer opgepakt: schaatsen. ´Elk seizoen gaan mijn kleinzoon Cas en ik enkele keren naar Kardinge. Op de rechte stukken gaat het schaatsen goed, de bochten nemen lukt niet meer. Daar moet ik mee leren leven. Cas houdt me steeds goed in de gaten, hij wijkt niet van mijn zijde.´
Sportief is Jacob altijd geweest. ´Ik heb jaren in het eerste van Eenrum gevoetbald. We hebben zelfs nog in de derde klasse gespeeld. Tot mijn beroerte deed ik ook veel aan duurlopen. Daar is toen een abrupt einde aan gekomen.´
Onderhoudsmonteur is hij ook nog, uit hobby. ´Ik sleutel thuis graag aan mijn drie oude brommers, Kreidlers. Soms rijd ik er ook mee. Laatst lukte het mij niet meer een brommer in elkaar te zetten, terwijl het voorbeeld ernaast stond. Dan baal ik verschrikkelijk en voel ik me ellendig. Een beroerte doet echt wel wat met je.´