Twaalf uur op, twaalf uur af. Voor Cor Nieuwenhuis de gewoonste zaak van de wereld. Het is zijn negentiende bietencampagne.
De Ulrumer, die rijdt voor Van Nieuwenhuyzen uit Ten Post, wacht geduldig op zijn beurt bij landbouwer Werkman, tussen Rasquert en Breede. Daar ligt een flinke partij bieten te wachten op transport.
Kraanmachinist Appie Smit uit Niekerk (WK) is net begonnen met het laden van de wagen van collega Waling Sipke Meijer uit Wildervank. ´Dit is mijn tweede campagne, ik ben nog maar een beginner´, zegt de Oost-Groninger lachend.
Ik ben altijd blij als de campagne begint, maar ook als die weer voorbij is
´We werken in het gebied tussen Lauwersoog en de Eemshaven. Tijdens een dienst doen we zes à zeven vrachten. Deze week draaien we overdag. Vanmorgen om vijf uur zijn we begonnen. Ik mag het werk graag doen, alleen de collega´s hè´, zegt Cor gekscherend in de richting van Waling Sipke. Die weet dat de Ulrumer er niets van meent.
´Aan het eind van de week merk je de vermoeidheid wel. En aan het eind van de campagne zeker. Ik ben altijd blij als de campagne begint, maar ook als die weer voorbij is.´ Cor rijdt buiten de vier maanden durende campagne op het buitenland.
Waling Sipke heeft de wagen vol en vertrekt naar de suikerfabriek. Cor is aan de beurt. In een minuut of vijf klaart Appie, voor wie het zelfs de 24ste campagne is, dit klusje.
Ook Cor kan met 35 ton suikerbieten aan boord naar Hoogkerk. Tot zo, zegt hij tegen Appie. De bietenberg is kleiner geworden, maar nog niet weg.