Derk Jan, de bevlogen molenaar van De Vier Winden

Derk Jan Tinga, achter hem leggen zijn leerlingen Bert (links) en Johannes de zeilen voor.

Met zijn drieën zijn ze deze zondag op koren- en pelmolen De Vier Winden in Pieterburen: Derk Jan Tinga en zijn leerlingen Johannes Nijmeijer en Bert de Graaf. ´Mio´s mogen we niet zeggen van Derk Jan, we zijn molenaars in opleiding´, zegt Johannes.

Bij leerlingen denk je onwillekeurig aan jongeren. Dit duo is ouder dan de meester. Bert (69) en Johannes (67) zijn gepensioneerd, de instructeur is met zijn 64 de benjamin. De complete ploeg cursisten bestaat trouwens uit vier man, Douwe van der Zee (67) en Jeroen Elfrink (36) zijn vandaag verhinderd.

Derk Jan: ´Vroeger hadden we veel molenaars in opleiding die al voor hun zestigste met vervroegd pensioen gingen. Tegenwoordig moeten mensen langer doorwerken, dat merk je. Gemiddeld zullen ze dus wat minder lang molenaar zijn dan vroeger. Gelukkig melden zich geregeld jongeren en de belangstelling van vrouwen voor de cursus neemt ook toe. Die bestaat uit drie delen: praktijk, theorie en het weer.´ 

Stadjer Bert reageerde op een noodoproep in de krant om molenaar te worden. Johannes heeft zich tien jaar lang met molenaar Ids van der Honing uit Eenrum sterk gemaakt voor het behoud van de zieltogende molen Aeolus in Adorp, waar de gepensioneerd leraar praktisch onder woont. ´De molen is eindelijk in eigendom overgegaan naar de Molenstichting Winsum en een restauratieplan is in de maak. Nu is het voor mij tijd voor de tweede stap.´

Dolgraag zou Johannes molenaar willen worden op de Aeolus, maar hij weet ook dat niet hij maar de stichting over de benoemingen gaat. ´Maar ik volg de opleiding niet om bij wijze van spreken in Roodeschool op een molen te gaan draaien.´

Je moet weten hoe de molen in elkaar zit

´s Ochtends geeft Derk Jan de twee les, helemaal boven in de molen. Een beetje saai, het benoemen van de talloze onderdelen. Gestoord worden ze niet, de molen is vanwege corona tijdelijk niet toegankelijk voor bezoekers.

Derk Jan: ´De techniek is redelijk eenvoudig. Alles zie je voor je en kun je uit elkaar halen. Het is geen kastje met allerlei elektronica waarvan je geen idee hebt hoe het werkt. Maar je moet weten hoe de molen in elkaar zit en de onderdelen kunnen benoemen. Veel moleneigenaren, bijvoorbeeld gemeenten, hebben daar geen sjoege van. Is er iets kapot, dan moet je bij de molenmaker precies kunnen aangeven wat.´

De meester is streng doch rechtvaardig. Bert verzucht na een overhoring door Derk Jan: ´Mijn hele zelfvertrouwen is naar de knoppen. Hij is een wandelende molenencyclopedie.´ Johannes, die nog niet zo lang les heeft, steekt Bert een hart onder de riem. ´Jij weet best wel heel veel.´

Deze les zit erop. Na een kop koffie met koek zetten de drie de molen aan het werk. ´Vanmorgen was er weinig wind. Noordenwind heeft als eigenschap dat die laat op gang komt en vroeg gaat liggen.´ Bert en Johannes leggen ieder twee zeilen voor. ´Een opleidingsmolen moet vier zeilen hebben, veel molens in Groningen hebben zelfzwichting, een systeem met kleppen.´

Vervolgens fluistert Derk Jan: ´Even zien of ze ook gemerkt hebben dat de wind iets gedraaid is, we moeten kruien.´ Gelukkig, Bert en Johannes is het niet ontgaan.

Bert en Johannes kruien de molen.

Het middagprogramma bestaat uit het schoonmaken van de molenstenen. De kuip wordt daarvoor uit elkaar gehaald. ´Twee weken geleden hebben we graan gemalen. Het schoonmaken is nuttig, dan zien de jongens hoe het werkt.´

Malen voor de verkoop gebeurt niet meer op De Vier Winden. ´Vanwege de hygiëneregels mag dat niet. Bovendien wil ik beroepsmolenaars niet voor de voeten lopen. We malen alleen graan voor boeren die het voeren aan hun paarden en varkens. Deze molen kan ook pellen, maar dat gebeurt zelden. Gort wordt nauwelijks meer gegeten, terwijl het toch een heel gezond product is.´

In de herfst en in het voorjaar is het molenaarsexamen. Dat gebeurt op een andere molen, waar de leerlingen eerst een aantal keren mogen oefenen. Wanneer het voor Bert en Johannes zover is, kan Derk Jan nog niet zeggen.

Niemand kan ontgaan dat Derk Jan veertig jaar molenaar is.

Grappig is dat de instructeur zelf eind jaren zeventig in Veenendaal voor zijn eerste examen zakte. ´Dat kwam doordat je toen nog heel weinig leerde over de molens in de rest van Nederland. Vervolgens heb ik aan allerlei excursies meegedaan en was het de tweede keer raak.´

´Hoe het begonnen is? In 1976 wilde ik weten hoe een molen werkt en de molentermen leren. Ik ben grafisch vormgever/fotograaf en was toen bezig met een film over het herstel van de molen in Kolham. In die tijd heb ik ook de verplaatsing van de Krimstermolen bij Zuidwolde gefilmd. Les kreeg ik van molenaar D. Bos in Bellingwolde, waar mijn ouderlijk huis stond. Begin jaren tachtig ben ik instructeur geworden. Eerst op molens in Oost-Groningen. Nadat ik eind jaren tachtig in Winsum kwam wonen ben ik hier een molen gaan zoeken. De Vier Winden werd in 1993-1994 gerestaureerd en ze zochten een nieuwe molenaar.´

Lesgegeven in Amerika

Het Groninger landschap zonder molens, Derk Jan moet er niet aan denken. ´We staan bekend om onze molens. Als je buitenlanders naar Nederland vraagt, noemen ze tulpen, klompen, molens, kaas en wiet. Molens vormden onze eerste industrie. De eerste molens in Groningen waren er vanaf 1300, 1400. De eerste molen in Zeeuws-Vlaanderen dateert van 1221. Langzaam zijn de molens in noordelijke richting opgerukt.´

Bijzondere herinneringen koestert Derk Jan aan het jaar 2000, toen hij lesgaf in Amerika. ´In Fulton, Illinois, hadden ze een dijk gebouwd tegen overstroming van de Mississippi. Het leek de inwoners, die van Groningse immigranten afstammen, een leuk idee om er ook een molen bij te bouwen. Drie weken lang heb ik er lesgegeven aan molenaars in opleiding. In totaal 150 uur, dat is hier ook minimum om examen te mogen doen. Dat was een geweldige ervaring. Mijn vrouw en ik hebben nog regelmatig contact met de Amerikaanse molenaars.´

De waardering voor het vrijwilligerswerk van Derk Jan is groot. Vorig jaar september resulteerde dat in een koninklijke onderscheiding. Hij mag zich Lid in de Orde van Oranje-Nassau noemen.

´Mensen hadden bedacht dat ik veertig jaar molenaar was en daarnaast ook allerlei werkzaamheden had gedaan op gebied van molens en erfgoed. Voor een fotoreportage hadden ze me naar de molen gelokt. Ik zag op den duur beneden allemaal bekenden rondlopen. Ik dacht dat ze er waren omdat ik veertig jaar molenaar was. Dus ben ik flinke hoeveelheden koffie gaan zetten. Vervolgens kwam er nog een grote groep in optocht vanuit het dorp. Daar was burgemeester Henk Jan Bolding ook bij. Toen pas werd me duidelijk dat er een lintje aan zat te komen. Ja, het was een hartstikke leuke verrassing en een prachtige dag.´