Dijkmaaier Herman weet geen mooiere plek om te werken

Het maaiseizoen – van mei tot november – is in volle gang. Voor Herman de Vries is dat geen straf. Vrijwel dagelijks zit hij op zijn maaimachine.

De Ulrumer, werkzaam bij waterschap Noorderzijlvest, maait 17 kilometer dijk, van de sluizen in Lauwersoog tot boven Broek.

´Ik doe het al twintig jaar en het verveelt niet. Met machines mag ik graag werken.´ Wijzend om zich heen: ´Waar wil je het nog mooier hebben dan hier? En ik heb alleen met schapen en enkele pachters van doen.´

De trekker komt uit Zwitserland, de maaier uit Oostenrijk (Pottinger).

Herman is vandaag bezig achter Kleine Huisjes. Zijn collega is op dit traject op mollenjacht. Een groep wadlopers passeert om bijna 3 kilometer verderop de oversteek te maken naar Schiermonnikoog. Af en toe komen fietsers langs.

´Deze trekker, een AEBI TT280 uit Zwitserland, is de enige machine waarmee je de dijk op kunt rijden. Met een gewone trekker doe je niks op zo´n steile helling. Je zou direct kantelen. Als het nat is, kun je hiermee hooguit naar beneden glijden. Dat is niet erg kan ik uit ervaring vertellen. Heel af en toe overkomt het me.´

´Met maaien stimuleer je grasgroei. Gisteren hebben we ook kunstmest gestrooid. Door de droogte loopt de kwaliteit achteruit. De schapen lopen op de kwelder, dus kan ik op dit gedeelte mijn gang gaan. Tussen de schapen door maaien kan niet. Voor je het weet heb je een dier voor de machine. Ik maai niet te kort, zodat de schapen er snel weer van kunnen vreten.´

Een groep wadlopers die de oversteek gaat maken naar Schiermonnikoog.

´Soms vragen ze me waarom we maaien omdat er immers schapen lopen. Schapen vreten niet alles op. En het gras rond hun keutels mijden ze. Als het nat is, gaan we er geregeld met de weidesleep overheen om de keutels uit elkaar te trekken en te verspreiden. Dan verdwijnen ze snel en tegelijkertijd dienen ze als meststof.´

Schapen op de dijk vreten lang niet al het gras op.