Een onevenwichtige wiek. Dat is de reden dat Anne Doornbosch (46) uit Adorp aan het werk is op de stelling van koren- en pelmolen Joeswert in Feerwerd. Een kijkje over de grens van het Hogeland.
Het is zeker geen groot probleem, zegt Anne. ‘Als de wieken stil komen te staan, eindigt de zwaarste beneden. Dat is vervelend voor de molenaar. Daarnaast raakt één wiek bijna de omloop van de molen. Ik probeer wat meer ruimte te maken zodat ook dat probleem is opgelost. Voor mij is dit een redelijke standaardklus.’
Molens maken een stad of dorp levend. Maar ik ben natuurlijk wel bevooroordeeld
ADH Molenbouw heeft Anne zijn bedrijf genoemd. Zijn opa richtte eind jaren vijftig Doornbosch Molenbouw op. Diens zoon Klaas nam het bedrijf later over en is er nog altijd werkzaam. ‘Mijn vader doet nog klussen in de werkplaats. In principe doe ik het buitenwerk. Als ik mijn vader zou vragen mee te gaan, zou hij onmiddellijk in de auto springen. Maar hij is 75, hij heeft al genoeg gedaan in zijn leven.’
De Adorper houdt van zijn werk en is molenliefhebber. ‘Molens maken een stad of dorp levend. Maar ik ben natuurlijk wel bevooroordeeld.’
Joeswert is een van de weinige molens in de provincie die nog beroepsmatig in gebruik zijn. Enkele malen per week laten de molenaars hem draaien. In de molenwinkel kunnen liefhebbers terecht voor eigengemalen tarwe en spelt. De molen is sinds 1993 eigendom van Molenstichting Winsum.