´Koffiedi(c)k´ noemen collega-tuinders hem wel gekscherend. Elke week haalt Dick Sennema een emmer met koffiedik op van het gemeentehuis in Winsum voor zijn volkstuintje aan de Onderdendamsterweg.
´Twee vliegen in één klap. Koffieprut werkt goed tegen slakken en is een uitstekende meststof. De plantjes gedijen er goed op´, legt de gepensioneerd provincieambtenaar (78) uit.
De gemeentebode zet de ongeveer 20 kilo koffiedik buiten voor hem klaar. De emmer gaat vervolgens achter op de bagagedrager mee naar het volkstuinencomplex. Zo gaat het al een jaar of acht.
Het grootste deel gebruikt Dick voor zijn eigen akkers. De rest gaat naar moestuinder Geert Visscher die een eigen recept heeft bedacht voor vruchtbare grond: een mix van koffiedik, gips en as van de houtkachel.
Fietsen is Dick wel gewend, 31 jaar lang ging hij door weer en wind naar zijn werk in de stad. ´Tijdens de ijzelregen in 1987 haalde de politie mij voor mijn eigen veiligheid van de weg.´
Een buurman in Haren, waar Dick in de jaren zeventig een tijdje woonde, maakte hem enthousiast voor tuinieren.
Dick had eerst elders in Winsum tuintjes voordat hij 25 jaar geleden neerstreek aan de Onderdendamsterweg.
Op zijn akkers, totaal 3 are, groeien onder meer uien, bietjes, spinazie, prei, doperwtjes en stokbonen. Aardappelen verbouwt hij in Den Andel.
De sociale contacten zijn misschien nog wel belangrijker dan het tuinieren zelf. Dick maakt deze ochtend eerst een praatje met Geert Visscher en bijna aansluitend met Derk Hazekamp, die met zijn 89 jaar de tuinoudste is.
Oud-postbode Derk ging bijna 30 jaar geleden met pensioen en is gezegend met een vlijmscherp geheugen. ´Vos van 41´, zegt hij ter begroeting van de fietsende verhalenmaker, het nummer van diens ouderlijk huis in Baflo.
Dick: ´Derk is het levende bewijs dat tuinieren gezond is. Je bent in beweging en niets is gezonder dan groente uit de eigen tuin.´