Rodewolt telt twee huizen en twee boerderijen. En twintig Walliser Schwarznase. Een hobby van Klaas de Blécourt, sinds 1986 met Jannie woonachtig in de buurtschap ten noordwesten van Onderdendam.
De van oorsprong uit de Zwitserse bergen (kanton Wallis) afkomstige schapen zie je niet veel in het Noorden, vertelt Klaas. ´Ze zijn wel in opmars, toen ik er zo´n vijftien jaar geleden mee begon, waren er misschien vier fokkers in Nederland. Nu zijn er 118. Ik ben ermee begonnen toen we grond konden huren van onze buren. Daarvoor had ik alleen een paar minischapen, Ouessants.´
Klaas (60), werkzaam als onderwijsassistent en conciërge bij Terra Winsum en organisator van de jaarlijkse Dierenshow op deze school, is weg van zijn bergschapen. ´Ze zijn ontzettend tam en honkvast. Ze zullen niet gauw uitbreken. Wat veel mensen, met name kinderen, aanspreekt is hun hoge knuffelgehalte.´
De Walliser Schwarznase is crèmewit, heeft horens en een gedeeltelijk zwarte kop. Alsof ze een masker dragen. Ook de oren, knieën en voetjes zijn zwart. Ooien en rammen verschillen iets in kleur. ´De ooien moeten een zwarte stuitvlek hebben en de rammen mogen dat niet. Voor het stamboek komt dat allemaal heel precies.´
´De schapen lopen het hele jaar buiten. Ze trotseren wind en kou. Eentje heeft vorige week gelammerd. Moeder en dochter verblijven in de schuur. Dit was niet gepland. De schapen zijn het hele jaar vruchtbaar, maar als lammertijd houd ik altijd augustus, september aan. De lammetjes worden vaak in het land geboren.´
´Momenteel heb ik twintig schapen, met twee ooien en een ram uit Limburg is het begonnen. Dit is allemaal eigen fok. Geregeld verkoop ik een ram of ooi. Zo lopen er ook een paar Walliser Schwarznase rond in Baflo. Voor het scheren komt éénmaal per jaar iemand langs die ook het wol van me overneemt.´
´De schapen worden gekeurd voor opname in het stamboek. Ik ben lid van de VSS, Vereniging van Speciale Schapenrassen. We hebben elk jaar een ledenvergadering en een stamboekdag.´