Simon nog altijd achter het stuur, de bühne is verleden tijd

Het hele leven is een optreden, zegt de chauffeur die deze dinsdagmorgen zijn bus stilzet op het sportcomplex van vv Winsum. Het is Simon van Dam (70) uit Zandeweer, vroeger beter bekend als Siemen Pommel. Van de bühne heeft hij jaren geleden al afscheid genomen.

Simon rijdt voor UVO Vervoer. De reizigers: schooljeugd. ´Op maandag en dinsdag breng ik leerlingen op de route Delfzijl-Winsum ´s morgens naar Terra Winsum en ´s middags terug naar huis. Op dinsdag maak ik ook ritjes tussen Garnwerd en Ezinge. De kinderen van basisschool Kromme Akkers gymmen in Ezinge.´

´Een dienstverband van tien uur in de week. Klazien, mijn vrouw, werkt nog volledig. Zij is 7 jaar jonger. Toen ik met pensioen ging moest ik op nascholing om code 95 – mijn vrachtwagenrijbewijs – te behouden. De instructeur vond het goed dat ik de rit met de bus maakte. Na afloop zei de beste man: met jou durf ik wel naar Spanje. Ik ben direct naar UVO gegaan om te zeggen dat ik wel buschauffeur wilde worden.´

De pensionado verveelt zich geen moment. Elke woensdagmorgen speelt hij walking football bij Noordpool UFC in Uithuizen. ´Het fanatiek sporten bewaar ik voor donderdagavond: biljarten in ´t Klokhoes in Zandeweer. En Klazien en ik trekken er vaak op uit met de camper. Volgende week gaan we naar Egmond aan Zee, de zomervakantie vieren we meestal in Kroatië.´

Vijf jaar lang was Simon werkzaam als technisch specialist (automonteur) in het leger en aansluitend twaalf jaar als melkrijder. ´Het was een mooie baan. Je was vrij en verdiende goed. De weekenddiensten gingen mij op den duur tegenstaan. Het botste met het voetbal en mijn optredens. Daarom maakte ik na 12 jaar bij de zuivelfabriek de overstap naar routeverkoper, bij de boeren langs om reinigingsmiddelen en andere producten te verkopen.´

Als conferencier Siemen Pommel (met zijn onafscheidelijke grote trom) trad hij tussen 1988 en 2016 op. ´Met de naam kwam mijn buurvrouw aanzetten. Siemen Boeskool of Praai was mij te makkelijk.´

´Die tijd is geweest en ik kijk er met veel plezier op terug. Doorgaan was niet verstandig, je moet geen karikatuur van jezelf worden. Ik word er nog wel geregeld op aangesproken.´

´Het aantal optredens nam af. De helft van het publiek verstaat geen Gronings meer. Er werd meer en meer door de voorstelling heen gepraat. Ik heb op het laatst wel eens gedacht: waarom hebben ze mij in vredesnaam gevraagd? Wat doe ik hier?´

´Mijn laatste optreden was in de showroom van een autobedrijf. Als ik moi zei, dan hoorde ik mezelf vijf keer terug. Geen mens luisterde. Toen was het gebeurd. Tegenwoordig moet alles snel. Mijn handelsmerk was juist droge humor. Stukjes met flauwekul. Er zit een opbouw in, luisteren is noodzakelijk.´

´Een jaar geleden heb ik nog wel een nummer geschreven. Op Biesterboan. Staat op YouTube. Mijn kameraad Alje van Bolhuis heeft me geholpen met de muziek. Ik schreef het liedje na een bezoekje bij iemand met dementie. Hij zei: Ik kin die wel mor wait nait wel stoe bis. In die zin zit alles. We hopen dat het nummer een keer opgepikt wordt door de media. Hoogste tijd dat er weer eens een buschauffeur doorbreekt…´

De aandacht voor zijn carrière als artiest zou beperkt blijven tot enkele alinea´s. Wat geweest is, is geweest. Maar ja, dan moet Simon niet nog een anekdote uit zijn mouw schudden.

´In Roswinkel had ik een optreden. In het dorp overal geparkeerde auto´s en een groot plakkaat: Pommel uitverkocht. Dat is hem zeiden ze, toen ik met mijn trom tussen het publiek door naar het podium liep. Ik kneep hem, het was de eerste keer dat ik zonder andere artiesten een avond moest vullen. Het optreden verliep uitstekend. Mijn zelfvertrouwen kreeg een oppepper. Ik kreeg zelfs 50 euro meer dan afgesproken.´

´Op de voorste rij zat een man in driedelig pak, gouden brilletje. Hij gedroeg zich strontvervelend en hing mij al snel de keel uit. Bij Wehkamp moet je de pakken binnen acht dagen terugsturen hè, zei ik tegen hem. De zaal lag plat. Later werd me duidelijk dat het om een bekend iemand ging. Ik was de eerste die hem de mond had gesnoerd.´