Roelf neemt bijna elke dag een kijkje op Abbeweer

Roelf (eind april) op Abbeweer. In de schuur op de achtergrond zat zijn oom ondergedoken in de oorlog. Hij sliep er in een meelkist.

Soms wordt hij er nog op aangesproken. ´Van der Tuuk…? Van vogelpark Abbeweer?´ Jazeker!

Per definitie gebeurt dat door ouderen, want Roelf (81) had het park elf seizoenen, van 1966 tot en met 1976, samen met zijn vader Michiel en broer Jacob.

Zwarthalszwanen.

Het lijkt alsof er bijna 50 jaar later weinig veranderd is. Er lopen bij de monumentale kop-hals-rompboerderij limousins en schapen en de waterpartijen zijn het domein van tientallen watervogels, waarvan de voorouders in het park leefden. Zoon Michiel woont er met zijn gezin en is hobbyboer.

De boerderij is sinds 1670 familiebezit, begin 19de eeuw vond herbouw plaats, de laatste restauratie dateert van een jaar of tien geleden.

Roelf: ´Het houden van watervogels zit een beetje in onze genen. Mijn grootvader had al bijzondere eenden en kippen.´

Australische hoenderganzen met een kuiken. Hun voorouders leefden in het vogelpark.

Roelf, die met echtgenote Margriet de boerderij in 2008 verruilde voor een woning in Winsum, is er vaak te vinden. Vrijwel dagelijks neemt hij een kijkje bij de dieren. En als Michiel even niet kan, neemt hij de verzorging op zich.

Abbeweer, een gehucht met drie boerderijen, een kilometer ten zuidoosten van Tinallinge, kreeg in 1966 zomaar een 8 hectare groot vogel- en wandelpark met in totaal 1000 dieren. Volwassenen betaalden 1,50 gulden entree, kinderen 1 gulden.

´Mijn opa was boer op Abbeweer, mijn vader had een autobevrachtingsbedrijf in de stad. Na de oorlog verhuisden we van Glimmen naar Abbeweer en kwam hij op het idee om het vogelpark te beginnen. De boerderij was door de verkoop van grond aan de steenindustrie te klein om rendabel te exploiteren. Het inrichten en de aanschaf van dieren kostte 100.000 gulden. Een flinke investering in die tijd.´

Op de schuur de jaartallen van bewonerswisselingen. Roelf kwam hier in 1972 wonen, Michiel in 2008.

´Aan de oostzijde van de boerderij konden de mensen parkeren. In het park konden ze een route volgen langs de kinderboerderij (met onder meer wasberen, woestijnvosjes, jakhalzen en nandoes) en waterpartijen met vele soorten watervogels.´

De start was veelbelovend, maar de 20.000 tot 30.000 bezoekers die nodig waren om het park rendabel te laten zijn, werden nooit gehaald.

´Het derde jaar was ons topjaar met 10.000 bezoekers, met op tweede pinksterdag liefst 800 bezoekers. Zodra we de krant haalden, bijvoorbeeld met een nandoe die 14 kuikens uitbroedde, merkten we een flinke toename van bezoekers. De kuikens gingen trouwens binnen drie weken allemaal dood. Scholen, verenigingen, families, iedereen kwam naar Abbeweer. Maar na het topjaar kwam de neergang.´

´In 1972 hebben Jacob en ik de boerderij overgenomen. Door ruilverkaveling was de grond uitgebreid tot 40 bunder. Het vogelpark hebben we nog een tijdlang aangehouden, naast ons melkveebedrijf. Het was wel bijzonder dat ik toch boer werd, toen ik 16 jaar was moest ik er niet aan denken.´

Roelf heeft meegewerkt aan twee boerderijenboeken (Boerderijen in het Halfambt en Boerderijen op Het Hogeland) en een naslagwerk over zijn oom Koos Scholma (De artistieke erfenis van Koos Scholma, schetsen van een veranderd Groninger landschap).

Sommige bezoekers opperden om er een pretpark van de maken, met een grote speeltuin. Maar dat vond de familie Van der Tuuk op deze plek niet gewenst. Na elf seizoenen trokken ze de stekker eruit.

´Het kostte te veel tijd, met minimaal twee man moest je tijdens de openingstijden aanwezig zijn, voor kaartverkoop, toezicht en het verzorgen van de dieren.´

Er was een zitgelegenheid waar koffie en fris genuttigd kon worden, kinderen konden zich vermaken in een zandbak.

Roelf verkeert 47 jaar later in goede gezondheid, na een dipje. ´Mijn rechterheup was versleten en is vervangen. Fietsen en slapen gaat inmiddels goed. Lopen ook, op de eerste passen na het opstaan na.´

´Nu ben ik 80 en begint het gedonder, zei ik tegen de chirurg. Hij moest hard lachen. Je hebt hartstikke geluk dat je de 80 hebt gehaald, reageerde hij, velen lukt dat niet. En zo is het.´

Het parkeerterrein.
Een tekening van het voormalige park.