Die man met de siereenden, zo staat hij in Den Andel en omgeving bekend. Op een perceel grond van een halve hectare houdt Berend Boonstra (71) zich hobbymatig bezig met watervogels.
Tientallen eenden, ganzen en zwanen dobberen in de brede sloot langs de Adrianiweg. Het is niet vreemd dat passanten geregeld op het picknickbankje van Berend plaatsnemen om te genieten van de fraaie watervogels die ook in de vrije natuur voorkomen.
´Een wilde bergeend komt elk jaar terug voor seks met een van de vrouwtjes. Een huwelijk voor het leven. Hij was sneller bij het vrouwtje dan mijn eigen bergeenden.´
De watervogels zwemmen in februari al hoofdzakelijk in tweetallen. ´Ze zijn aan het koppelen, in het voorjaar gaan ze paren. April is de nestelmaand, dan kruipen ze tegelijk weg op het terrein. In mei komen de eerste kuikens, in juli is het afgelopen. De zwarte zwanen uitgezonderd, die paren het hele jaar door, op de gekste momenten. Er loopt sinds januari al een babyzwaan rond.´
´Het nestelen gebeurt tussen de coniferen en in hokjes. Soms moet ik op de knieën om de nestjes te vinden. Ze zijn goed in verstoppen. Voordat de eieren uitkomen, haal ik ze weg en doe ze in de broedmachine. Anders zijn de eieren een prooi voor de steenmarter en bunzing. Ik voed de dieren tot ze groot zijn en dan probeer ik ze te verkopen. Hier wordt geen dier doodgemaakt.´
Dat wil zeggen: niet door de gepensioneerd metselaar, wel door predators. ´Je ziet ook weleens een havik. Die pakt een keer een vogel en komt voorlopig niet weer. Prima. De bunzing en de steenmarter houden niet op. Ze pakken uit het ene nest de eieren en vreten dan het volgende aan. Van een roodhalszwaan waren zeven eieren weg, het vrouwtje vond ik terug zonder kop.´
De Andelster watervogels komen terecht in binnen- en buitenland. ´Een groot deel gaat naar België en Duitsland. De handel met Polen en Roemenen staat op een laag pitje, eerst door corona en nu door de oorlog in Oekraïne. En dan heb je nog de vogelgriep. Dat is me gelukkig bespaard gebleven. Anders ben je alles kwijt. De schadevergoeding die je krijgt als hobbypluimveehouder is ronduit slecht.´
Fietser op de vlucht voor een ontsnapte emoe
Berend woont met zijn vrouw Rika al 20 jaar schuin tegenover zijn watervogelparadijs. De provincie weigerde toestemming voor een huis op het terrein.
´De gemeente had al een vergunning verstrekt, in de stad hebben ze het tegengehouden. Een schuur mocht hier wel staan, die gebruik ik als hobbyruimte. In ons huis, waar eerder onze dochter woonde, heb ik de stoel zo neergezet dat ik over mijn terrein uitkijk. Zo kan ik de boel een beetje in de gaten houden.´
Zijn hele leven is hij dieren gewend. ´Mijn moeder was boerendochter, mijn vader was hertenkampbeheerder, in Hallum, Friesland. Op den duur ben ik zelf begonnen met een vijvertje. Langzaam is mijn hobby gegroeid.´
Emoes hebben korte tijd rondgelopen aan de Adrianiweg. Voor de dieren bleek het terrein te klein en de omheining te laag. ´Ze liepen met een noodgang, 50, 60 kilometer per uur, rond en kwamen soms in de sloot terecht. Eén emoe brak een keer uit en vloog achter een fietser aan. De man wist niet hoe snel hij verderop bij mensen in huis moest komen. Uiteindelijk heb ik de emoe kunnen vangen. Nee, de emoes waren geen succes.´
Berend geniet van zijn hobby. Vaak gaat-ie langs bij andere pluimveehouders om te praten over hun liefhebberij. ´Vanmorgen ben ik bij een kennis geweest in Feerwerd. Vorige week heb ik nog zwarthalszwanen naar Deventer gebracht. Het is mooi om van anderen te leren en te zien hoe zij watervogels houden.´