Wat is verbale dyspraxie? Bijna niemand die het weet. Jessica Huttinga (21) uit Baflo doet als ervaringsdeskundige haar uiterste best om daar verandering in te brengen.
Eerst het antwoord: het is een motorische ontwikkelingstoornis die valt onder TOS (taalontwikkelingsstoornis). Door onrijpheid van de linker kleine hersenhelft wordt informatie niet correct verwerkt.
Kun je het bij Jessica zien? Nee.
Kun je het horen? Ja. Jessica heeft moeite met de uitspraak van bepaalde klanken. Maar ze is goed verstaanbaar, al is het voor onbekenden vaak even wennen, zegt ze.
´Als ik begin te praten denken mensen vaak dat ik doof ben of uit het buitenland kom. België, Duitsland of Engeland. Ze beginnen te articuleren, gebruiken hun handen en voeten of zelfs gebarentaal. Dat hoeft helemaal niet, ik hoor en versta alles.´
Vindt ze zulke reacties vervelend. ´Nee hoor, zulke dingen gebeuren nu eenmaal. Het is goed bedoeld.´
Problemen met de fijne en grove motoriek horen ook bij dyspraxie. Een probleem dat Jessica nog goed van vroeger kent. ´Fietsen was bijvoorbeeld een dingetje. Op mijn vijfde ging ik nog op een fiets met zijwieltjes naar de basisschool. Ik had problemen met evenwicht houden en nog steeds is de oog- handcoördinatie trouwens niet optimaal. Met een bal gooien en vangen heb ik bijvoorbeeld nog steeds moeite. Hiervoor heb ik fysiotherapie gehad, maar dat heeft hierin niet echt geholpen. Maar dat is allemaal niet erg, iedereen heeft wel wat. En dit hoort bij mij.´
Vanwege de onbekendheid van de stoornis kwamen ze er bij Jessica pas achter toen zij 4 jaar was. ´Dit gebeurt nu al, na veel onderzoeken, als je 2 of 3 jaar oud bent.´
´Je hebt verschillende gradaties: matig, normaal en erg. Vroeger was het bij mij erg. Als 2-jarige sprak ik maar tien woordjes. Bij een ander kind op die leeftijd is dat makkelijk 200 woordjes. Mij uitdrukken ging moeilijk en mijn moeder kon mij moeilijk verstaan. Voor haar was dat lastig, voor mij ook. Ik wist wat ik wilde zeggen, maar het lukte gewoonweg niet. Op den duur ben ik gaan wijzen en later ging ik tekenen of opschrijven wat ik bedoelde. Tien jaar lang logopedie heeft mijn spraak sterk verbeterd. Op mijn twaalfde was ik uitbehandeld. Dit is het. Beter wordt het niet. Je zult het altijd blijven horen.´
´Doordat er zo weinig over deze stoornis bekend is, heb ik ook veel problemen op scholen gehad. Ze weten niet in welk hokje je past. Dat maakt het lastig. Op de basisschool zitten vaak kinderen met dyslexie, iedereen weet wat dat inhoudt en welke hulp geboden kan worden. Bij verbale dyspraxie is dat niet zo.´
´Omdat ik niet goed kon communiceren heb ik de groepen 2, 3 en 4 via cluster 2-onderwijs gevolgd (speciaal basisonderwijs). Na de basisschool heb ik Het Hogeland College in Wehe-den Hoorn gedaan. Daar heb ik helaas niet de juiste begeleiding gehad. Ik moest meedraaien met de anderen, terwijl ik juist iets van hulp nodig heb. Nog steeds trouwens.´
Voor vragen kunnen mensen altijd bij mij terecht
Twee jaar deed ze vervolgens de opleiding pedagogisch medewerker kinderopvang, maar dat bleek het toch niet te zijn. ´Net toen ik me wilde oriënteren op een nieuwe opleiding kwam corona om de hoek kijken. Daardoor waren er bijvoorbeeld geen open dagen en ontbrak de mogelijkheid voor extra gesprekken om te kijken of de school mij de juiste hulp zou kunnen bieden. Toen heb ik bedacht om in de tussentijd over mijn beperking te schrijven. Wat houdt het in, tegen welke dingen loop je aan en hoe heb ik dat opgelost. Voor vragen kunnen mensen altijd bij me terecht.´
Jessica schrijft regelmatig blogs op Facebook, Instagram en haar website. Ongeveer 3000 mensen volgen haar.
Op haar YouTube-kanaal plaatst ze video´s. ´Laatst een filmpje waarin ik de tien positieve eigenschappen noem die ik heb. Als er over dyspraxie gesproken of geschreven wordt, is het vaak negatief. Hier loop je tegenaan, dat kan je kind later niet. Communiceren, rekenen, plannen en organiseren kan ik ondanks dyspraxie juist heel goed.´
Inmiddels heeft ze zelfs op een TOS-congres gesproken. ´Een online presentatie van 20 minuten die ik tot in de puntjes voorbereid had. Het was voor mij de eerste keer om voor zoveel mensen te spreken. Ik kreeg veel positieve reacties en vond het erg leuk. Als het vaker kan: graag!´
´Het grote verschil met anderen is dat ik ervaringsdeskundige ben. Als er over verbale dyspraxie geschreven of gesproken wordt, gebeurt dat meestal door ouders van kinderen die het hebben. Ik ben een van de oudsten met deze stoornis. Ouderen met dyspraxie zijn er heus wel, maar hebben nooit de diagnose gehad.´
Haar ouders en Jessica gaan er heel relaxed mee om, ook toen ze nog kind was. ´Mijn moeder heeft nooit benadrukt dat ik dyspraxie had en daardoor iets niet lukte. Ik heb dit nu eenmaal, ze zetten er geen stempel op.´
Hoe gaat het nu verder, stopt ze met haar blogs zodra ze een nieuwe opleiding heeft gevonden? ´Nee, zeker niet. Dit blijf ik doen. Persoonlijk vind ik het erg belangrijk dat er aandacht aan geschonken wordt. Anderen zijn ermee geholpen.´