Geroezemoes klinkt uit de bosjes en het geluid van hamerslagen. Nathan, Joey, Denniz en Sean bouwen een hut.
Wanneer de oplevering van het bouwwerk bij de tennisbanen in Ezinge is, weten ze niet. De plannen veranderen voortdurend. ´We bekijken steeds per keer wat en hoe we het gaan doen´, aldus Nathan.
Maar aan de kattenluik en kapstok – zeker niet onbelangrijk – hoeft niks meer te gebeuren. Nou ja, misschien is het touw voor het luik wat onhandig lang, ontdekt Joey als hij eraan trekt en het zeker vijf seconden duurt voordat de boel in beweging komt. De kapstok telt elf spijkertjes. ´We werken met negen kinderen aan de hut en af en toe helpt iemand even mee. Daarom kunnen er elf jassen hangen.´
Iedereen heeft zijn eigen taak. Zo is Joey verantwoordelijk voor het timmerwerk. Hij mept er flink op los. Af en toe roept hij ´spijkers!´, waarna een van de anderen hem voorziet van een nieuw voorraadje.
Het bouwwerk krijgt een naam. ´Dat bespreken we nog in de groep. Iedereen moet het er wel mee eens zijn. Straks bedenken wij een naam en vinden anderen dat niet leuk.´
De jongens zitten allemaal op de basisschool in hun dorp. ´We bouwen in het weekend en op de woensdagmiddag. We gamen graag, maar een hut bouwen vinden we ook leuk.´