Voor appels moet je de laatste maandag in de grote vakantie bij de familie Korthuis in Warffum zijn. Dat maken Levi (7), Victoria (6) en Mila (4) Korthuis wel duidelijk.
De kinderen zitten langs de Westervalge en wijzen alle voorbijgangers enthousiast op hun nering.
Andrea, hun moeder, vond het een goed idee om appels te gaan verkopen. ´Vorig jaar hebben we wat weggegeven en is een deel verloren gegaan. Dat is toch zonde. Zo kunnen de kinderen mooi leren omgaan met geld.´
Na een kwartier hebben ze de eerste zak verkocht. Zo dreigt het een winkeltje van heel korte duur te worden, want de voorraad mag met vijf zakken beperkt heten. In hun tuin staat slechts één appelboom. Maar dinsdag gaan ze toch een paar daagjes op vakantie.
Het plukken neemt de stoere Levi voor zijn rekening door in de boom te klimmen. Kan hij niet bij een appel, dan proberen ze die te raken met een bal.
De opbrengst van de appelverkoop verdelen de drie en komt in hun spaarpot.
Als het aan Levi ligt verdwijnt hun inkomstenbron. ´Levi wil het liefst dat we de appelboom weghalen zodat hij meer ruimte heeft om te voetballen´, zegt zijn vader Hilbert. ´Maar dat gaan we niet doen.´