In de tuin van Jan & Aafke moet je onkruid met een loep zoeken

Heerlijke oude kost vinden ze het: bonen met spek en worst. Hendriks Reuzen nemen niet voor niets een belangrijk deel in van de moestuin van Jan en Aafke Benthem in Tinallinge.

Op een zomerse ochtend – eind juli – staan de twee voorovergebogen tussen de planten. Het plukken gaat in een rap tempo, hoewel ze de jongsten niet meer zijn. Hij is 83, zij 82. Ze ogen jonger, maar zegt Aafke: ´Tijd bedriegt niet.´

De oogst stemt ze tevreden en dankbaar. Jan: ´Elders hebben we kanariegele boontjes gezien. Bij ons zijn ze ook gelig geweest, maar hebben ze zich hersteld. Wij oogsten al vroeg, de meeste mensen laten ze staan tot de bonen dik en geel zijn. Wij vinden ze zo het lekkerst.´

Aafke: ´We geven veel weg aan de kinderen. Deze bonen gaan we vanmiddag wellen en inmaken. Vanavond brengen we ze naar onze dochter in Zuidbroek. Ze krijgt er ook een emmer rode bieten bij.´

Jan is herstellende van een naar ongeluk met de slijpschijf – het litteken op zijn pols spreekt vier maanden na dato boekdelen. Dat weerhield hem er niet van vorige week na de oogst van de aardappelen de grond te spitten waar winterprei en spinazie moeten komen.

Verder verbouwen ze wortel, rode biet, kapucijners, koolraap en diverse koolsoorten op de langgerekte akker, waar tot 2017 de schapen van Jan graasden. Elk jaar wordt hun akker een stukje langer.

Ze wonen sinds 1968 in de rentenierswoning (met boerenschuur) uit 1880, waarvan ze de stijl intact hebben gelaten. Er rust beklemrecht op hun 24 are grote perceel. ´We betalen jaarlijks een vast bedrag aan de hervormde kerk. Vroeger 40 gulden, nu 18 euro. Nee, dat stelt niet veel meer voor.´

Zij had de dagelijkse zorg voor hun negen kinderen, hij werkte bij een boer en hield om wat bij te verdienen dertien melkkoeien met jongvee.

´Ik kom oorspronkelijk van de boerenstreek Heereburen bij Niehove. Aafke komt ook van een boerenstreek, van Gaweg bij Zuidhorn.´
Aafke: ´Ik zou niet graag terug willen, we wonen hier zó mooi.´

Aafke op het bankje in haar bloementuin.

Jan: ´We hebben hier altijd werk. De moestuin doen we samen. Aafke heeft daarnaast haar eigen domein, een prachtige bloementuin. Alleen bij het snoeien help ik haar.´

Bijna elke dag zijn ze in de tuin te vinden waar onkruid geen schijn van kans heeft. Aafke: ´We willen het netjes hebben. Wie zijn onkruid één jaar laat staan, moet zeven jaar uit wieden gaan.´