Een droom kwam bijna 6 jaar geleden uit voor Angelika Lukas: een eigen tuin. In Gouda moest ze het doen met een groot dakterras, nu heeft ze aan de Dijksterweg 42 in Kleine Huisjes een sfeervolle tuin van 800 vierkante meter vol vaste en wilde planten: Tuin Engelwortel.
Een bijzondere naam, waarvoor een voor de hand liggende verklaring is. ´Engelwortel is een schermbloemige, mijn lievelingsplant. De Latijnse naam is Angelica (archangelica). Het is een 2- of 3-jarige plant en er staan er veel van in de tuin, helaas dit jaar geen bloeiende. Wel staat er een Portugese variant in bloei.´
Angelika (67) en haar man Henny Greve (72) wilden maar wat graag weg uit het Westen. ´De drukte, haastigheid en horkerigheid begon ons steeds meer tegen te staan. We zochten een betaalbaar huis met een grote tuin.´
´Voordat we hier woonden, waren we al zeker tien jaar bezig om Groningen te verkennen. Oorspronkelijk kom ik uit Cuxhaven en Henny uit Hoek van Holland, dus allebei kustkinderen. In Gouda hebben we 30 jaar gewoond. Dat lag centraal voor ons werk. Ik was activiteitenbegeleider in een verpleeghuis, Henny is architect.´
Henny: ´In Gouda was altijd drukte of gedoe. Ik herinner me nog goed dat we voor het eerst in deze regio waren. Op een zinderende zomerdag zetten we in de buurt van Noordpolderzijl de auto stil en genoten van het geruis van wuivend riet en graan. We hoorden alleen vogelgeluiden en in de verte het zachte gebrom van een combine. Verder stilte.´
Fase 1 van de verbouwing is achter de rug. Henny slaagde erin de relatie met de tuin te versterken door bij de aanbouw gebruik te maken van hout en heel veel glas. ´Dit huis is eind jaren 50 gebouwd en door de vorige bewoners al eens verbouwd. Bijzonder is dat onze naaste buurman, Bennie Huizinga, hier opgegroeid is met zijn broers. Af en toe komen ze nog langs om te kijken wat er van hun ouderlijk huis geworden is.´
Angelika: ´De tuin bestond vooral uit gras. We zijn begonnen dat weg te scheppen en paadjes aan te leggen. We hadden geen ontwerp, veel is op gevoel ontstaan.´
´Een tuin vol leven, waar diversiteit, natuurlijke processen, eenvoud en rust centraal staan´, schrijft zij in haar foldertje voor bezoekers. Ongeveer tien keer per jaar stelt ze de tuin open voor bezichtiging. Zondag 9 juni (van 10 tot 17 uur) doet ze mee aan de opentuindagen van de Groningse afdeling van Groei & Bloei.
De tuin is ingedeeld in vakken, perkjes noemt Angelika ze. ´Borders vind ik te Engels klinken. Alle perken hebben een naam, er is bijvoorbeeld Het Witte Perk, met alleen wit bloeiende planten. Er is ook een Paal en Perk en een Perk Engelwortel.´
Makkelijk en snelgroeiende planten hebben haar voorkeur, zo groeien er 25 geraniumsoorten. ´Niet-inheemse planten zijn er steeds minder. Die voegen weinig toe voor insecten, die het al zo moeilijk hebben.´
´Planten koop ik zelden, heel soms biologische bloembollen of iets bijzonders. Bijna alles wat hier staat heb ik gekregen of langs de weg gekocht. Onkruid is geen probleem. Er groeit veel ´onkruid´ in mijn tuin, ik noem het wilde planten. Het lastigste onkruid binnen de perken vind ik gras. Maar er wordt absoluut geen gif of kunstmest gebruikt.´
De bezoeker treft op diverse plekken tussen de planten kunstwerkjes, sommige met een knipoog. Zoals Truus, een uit een lingeriezaak afkomstige paspop, voorzien van roestverf.
Truus pronkt in de wilde tuin met gestapelde stenen aangelegd met een knipoog naar Louis le Roy. Het is een van Angelika´s favoriete plekken in haar tuin.
Alle planten die op niet gewenste plekken staan, komen daar terecht. ´Planten wegdoen is niet mijn sterkste kant. Snoeisel, takken en blad trouwens ook niet, niks gaat de tuin uit. Alles wordt hergebruikt.´
Een kunstwerk van cortenstaal van Leo Gerritsen is een succesnummer. Elk jaar broedt een vogel in het vogelkastje met houten binnenwerk. ´De koolmeesjes en pimpelmeesjes vechten erom. Rollebollend gaan ze in het voorjaar over het terras. Dit jaar heeft een pimpelmees het gewonnen´, zegt Angelika.
Henny gortdroog: ´Ook bij vogels is sprake van woningnood.´
Sommige planten in de tuin en de groentes uit het tuinkasje gebruikt Angelika voor haar maaltijden. Iedere derde dinsdag in de maand kunnen maximaal acht personen (na opgave) aanschuiven in haar huiskamerrestaurantje. De chef-kok en haar man eten ook mee.
´Ik mag graag koken, in Gouda hadden we al een huiskamerrestaurant. In Kleine Huisjes hebben we de eerste keer dorpsbewoners uitgenodigd. Dat was zo´n gezellig gebeuren dat we het hobbymatig hebben voortgezet. De gasten eten mee tegen een bijdrage in de kosten.´
´Het verrassingsdiner – drie of vier gangen – is volledig plantaardig en grotendeels biologisch. De meeste gasten zijn vleeseters en reageren blij verrast dat de gerechten er zo mooi uitzien en lekker smaken. Niemand heeft vlees gemist en in ons gastenboek lees je niets dan lof.´
´Wij zijn niet honderd procent veganist, we eten wel de enkele eitjes op van onze twee zijdehoentjes en soms een stukje kaas van Waddenmax in Hornhuizen. Maar de aanschuifmaaltijden zijn gegarandeerd veganistisch.´
Angelika verzorgt een enkele keer een rondleiding langs eetbare planten in Domies Toen in Pieterburen. Verder geeft ze als vrijwilliger Bewegen op Muziek in ´t Oldeheem in Kloosterburen en staat zij bij Het Groninger Landschap twee keer per maand achter de balie van het bezoekerscentrum in Pieterburen. Geregeld gaat ze mee op excursie naar de Klutenplas en de kwelders.
´Het bevalt ons erg goed in Kleine Huisjes, we gaan nooit meer weg. Het liefst ben ik thuis, ik ben een echte huismus geworden. Jaren geleden gingen we nog weleens met de trein naar de Randstad. Bij Amersfoort en Utrecht voelde je de sfeer in de trein al veranderen. Altijd als we van een uitstapje weer thuis zijn, genieten we nog meer van de weldadige rust.´