Friso de Jongh (62) is als kioskbebeerder al 26 jaar een vaste waarde in zwembad De Hoge Vier in Winsum. Leuk werk? ´Zeker, anders zou ik het niet doen. Zo bijzonder zijn de verdiensten niet. Maar met mijn inkomsten in de sporthal kan ik mij prima redden.´
Elke middag tussen mei en september kijkt Friso of het de moeite waard is om de kiosk te openen. ´Als het regent, hoef ik hier niet te blijven. Wat dat betreft is het heel efficiënt. Een winkel is normaal gesproken de hele dag geopend, al komt er geen klant.´
´Normaal ben ik open van twee tot vijf, als het heel warm weer is begin ik eerder met de voorbereidingen. ´s Avonds ben ik hier alleen met de zwemvierdaagse. De openingstijden zijn beperkter dan vroeger. Vroeger konden gezinnen de hele dag blijven en was ik vanaf elf uur aanwezig. Het bad werd door betaalde krachten gerund, nu drijft het grotendeels op een groep vrijwilligers. Dankzij hen bestaat het bad nog.´
In 1996 begon Friso het avontuur, samen met zijn kameraad Alfred Maring. ´Drie jaar lang hebben we het samen gedaan, totdat Alfred besloot om een snackbar over te nemen in het dorp.´
De kioskhouder moet het vooral van kinderen hebben. Snoep en ijs – vooral zijn ijswafels – doen het als vanouds goed. ´Voor de snoep heb ik een aardig systeem bedacht. Eerst mocht de kinderen zelf hun snoep kiezen, nu kopen ze voor 50 cent een bekertje met 9 snoepjes. Brengen ze de beker terug, dan krijgen ze nog een snoepje. Het mes snijdt aan twee kanten, zo blijft het veld schoon én je voorkomt rijen voor de kiosk doordat kinderen niet meer weten welk snoep ze moeten kiezen als ze eenmaal aan de beurt zijn.´
Kinderen zijn altijd vrolijk en enthousiast. Dat is prettig werken, vindt Friso. Maar hoe zien de kinderen hem? ´Ze roepen mij wel na op straat of zwaaien. De meeste kinderen blijven hier tot een jaar of 14. Dan komt de pubertijd en zijn ze me vergeten. Ze komen terug als ze volwassen zijn. Zitten ze voor bij het ondiepe bad met hun kinderen. Ik heb natuurlijk al enkele generaties voorbij zien komen. Mooi hè, vroeger stonden we ook in de rij, zeggen ze vaak.´
Horeca heeft Friso altijd goed gelegen. Van 1990 tot 2010 werkte hij in discotheek Pub 69 en zalencentrum De Hoogte. Sinds 2017 combineert hij zijn huidige werk met het beheer van de kantine in de Ripperdahal. ´Normaal is er alleen overlap in mei. Dit jaar liepen de zaalcompetities vanwege corona door tot begin juli.´
Hoelang het sporthalavontuur nog duurt, Friso durft het niet te zeggen. ´De horecafunctie in de Ripperdahal vervalt zodra De Tirrel gereed is. Daarin komt een sporthal met restaurant.´
´Vanwege de andere opzet van het horecagedeelte is het nog niet duidelijk of mijn werk er over ongeveer anderhalf jaar opzit. Het zou jammer zijn als het voor mij stopt, net als met kinderen is werken met mensen die gesport hebben leuk. Ze zijn vaak goedgemutst en gezellig.´
Tot dan heeft Friso – op zijn 17de verhuisd van zijn geboorteplaats Amsterdam naar Niekerk bij Ulrum – het druk zat. Vakantie is er niet bij. ´In 2008 ben ik op wintersport geweest, dat was de laatste keer.´
Ook opmerkelijk: Friso heeft nog nooit gezwommen in het bad. ´Ik ben geen zwemmer en dat wil ik graag zou houden.´
Nee, dan liever wandelen of toeren met zijn oldtimers – twee Volkswagens, een Buggy uit 1965 en een Fastback uit 1972. De laatste gebruikt hij ook voor zijn dagelijkse ritten.