Hannie Smelt, Joop Sijbolts en Catrienus Rouwé speuren op een dinsdagmorgen in mei grasland af bij Onderdendam.
In hun handen hebben ze stokken, maar die hoeven de grond niet in om een nest te markeren. ´We hebben op dit perceel geen nesten van weidevogels gevonden´, zegt Hannie, die samen met haar man een melkveehouderij heeft.
Het gras moet er vandaag af
´Waarschijnlijk zitten hier geen nesten vanwege het drukke fietspad. De weidevogels worden te veel verstoord´, meent Joop Sijbolts, veldmedewerker van Collectief Groningen-West, waarbij honderden vogelvriendelijke boeren zijn aangesloten. Maatschap Smelt is een van de leden. Hannie: ´Het gras moet er vandaag af, vandaar dat we het collectief hebben ingeschakeld.´
Er zijn meer op dat idee gekomen, getuige de vele keren dat de smartphone van Joop een riedeltje laat horen. ´Als een boer een trekker in het land ziet, denkt-ie: ik moet ook maaien´, zegt Joop. Hij vindt het overigens niet erg. ´Het is een mooie bezigheid, waarmee je een aantal maanden zoet bent. Van maart tot 22 juni ben ik dagelijks in het veld.´ Dat geldt ook voor Catrienus, die boeren helpt bij de zoekactie.
In jaren niet zoveel gruttonesten
Op de andere percelen van de familie Smelt – voorzien van onder meer twee plasdraspercelen – gaat het wonderwel goed met de weidevogels. Hannie: ´We hebben dit jaar tot dusverre 57 nesten geteld, dat is meer dan anders. Daaronder waren 16 gruttonesten, zoveel hebben we in jaren niet gehad.´
Joop: ´Het land van de familie is een postzegel in het geheel van het collectief. Op plasdras komen inderdaad veel vogels af. Er zijn ook plaatsen in ons werkgebied waar de resultaten tegenvallen. De late nachtvorst heeft de weidevogels ook geen goed gedaan.´