In de rijdende winkel van Adolf is Gronings de voertaal

Dat is toch wel opvallend: geen woord Nederlands hoor je in de rijdende winkel van Adolf Schaap. Alle klanten die dit halfuurtje bij hem komen, spreken plat Gronings. ´Dat hoort toch zo? We zijn Groningers en moeten het dialect er wel inhouden, de jeugd spreekt het nauwelijks meer´, zegt de ondernemer uit Ulrum.

Het typeert direct ook zijn klanten: voor een belangrijk deel 70-plussers. De oudste wordt over enkele maanden zelfs 101. ´Het is voor ons ook een sociaal gebeuren. Een praatje maken met de andere klanten en Adolf´, verklaart een van hen als ze met een volle boodschappentas uit de wagen stapt.

´Dit is een uitstervend vak´, zegt Adolf, zelf 62, als hij de wagen naar zijn volgende stop in Eenrum stuurt. ´In heel Nederland zijn er maar tweehonderd rijdende winkels meer. Er gaan klanten af door ziekte en overlijden en er is praktisch geen aanwas. Dat is ook niet gek, want tegenwoordig moet je wel beiden werken om rond te kunnen komen. Overdag is er bij de meeste gezinnen niemand thuis.´

Boodschappen brengen naar een klant in seniorencomplex Aikeshof. En dat gaat niet op zijn elfendertigst…

Als we even later door een straatje rijden: ´Hier kan ik nu doorrijden, maar nog niet zolang geleden had ik hier vier klanten wonen. Allemaal overleden.´

Het is donderdag en voor de tweede keer deze week rijdt Adolf zijn vaste route door Eenrum. Op andere dagen doet hij Leens, Wehe-den Hoorn, Niekerk, Schouwerzijl en Zuurdijk aan. In Ulrum staat hij elke dag zowel ´s morgens als ´s middags een uur bij de kerk of Borgstee, sinds de Spar in het dorp gesloten is. Daarnaast heeft hij in Ulrum nog enkele vaste adresjes.

We zijn langs het randje van de afgrond gescheerd

Adolf was van 2000 tot 2012 zelf eigenaar van de supermarkt in zijn woonplaats. ´De beginjaren waren gouden jaren, daarna ging het hard bergafwaarts. De klandizie liep snel terug. We zijn langs het randje van de afgrond gescheerd. Hadden we de supermarkt niet verkocht, dan waren we hartstikke failliet geweest. We hebben er schulden aan overgehouden die we grotendeels weggewerkt hebben. In die tijd heb ik zelfs mijn broer Bert moeten ontslaan die ook op de wagen reed.´

Ook de nieuwe eigenaar slaagde er niet in de winkel nog aan de praat te krijgen. Na anderhalf jaar ging de deur van de laatste supermarkt in Ulrum definitief op slot.

Tijd voor een praatje met twee klanten, want de rijdende winkel is vooral ook een sociaal gebeuren.

Het moet gezegd, bij elke stop in Eenrum stappen gemiddeld drie, vier klanten binnen. Op Adolfs komst kunnen ze de klok bijna gelijkzetten. ´Ik hanteer redelijk vaste tijden, zodat mensen niet voor mij thuis hoeven blijven. Ze weten hoe laat ik er sta. Er zal nooit meer dan tien minuten verschil in zitten.´

Telefoon. Dita belt, de vrouw met wie hij in december veertig jaar getrouwd is. Adolf: ´Wil je twee dozen met droge worst meenemen? Ze zijn bijna op.´

´Dita doet alles thuis. De bestellingen, voorraadbeheer, boekhouding. Ze helpt op donderdag in een deel van Eenrum mee, waar relatief veel mensen wonen bij wie we de boodschappen in huis brengen. De bestellingen zijn al per app, mail of telefoon binnengekomen en soms hangt er een tas met een boodschappenbriefje aan de deur. De boodschappen betalen ze dan later. Ik ben daar wel voorzichtig mee. In mijn beginjaren liet ik te veel mensen op de pof kopen. Man, dat heeft me een vermogen gekost!´

Dita en Adolf.

´Er is een goede boterham te verdienen met een rijdende winkel, maar dan moet je er wel 80, 90 uur per week in stoppen. Dat wil bijna niemand meer. Elke morgen om kwart over vijf sta ik op en om half zes ben ik in de wagen. Bijvullen. De bakker komt langs met vers brood en een andere leverancier brengt groente en vlees. Tegen acht uur rijd ik naar de kerk. Zo tegen zeven uur ´s avonds zit het werk erop. Om acht uur eten we warm.´

Hij doet dit werk al 44 jaar. Zijn opa ging al met een handkar door Leens, zijn vader begon met de rijdende winkel en had er op een gegeven moment vier rondrijden. Adolf is de enige nog.

Over vier jaar wordt de AOW maandelijks op zijn rekening gestort en zou hij kunnen stoppen. Of dat gebeurt is de vraag. ´Wat moet ik thuis doen? Geen idee. Als ik nog in goede gezondheid verkeer, kan het best zijn dat ik doorga. Het is geweldig mooi werk en een opvolger ontbreekt. Als ik stop is het gebeurd. Voorwaarde is wel dat de omzet enigszins op peil blijft en de kar geen mankementen krijgt. Die is nu 19 jaar oud en ik ga beslist geen nieuwe kopen.´

De boodschappen bij elkaar zoeken voor een klant.