Berend Hut (´Bijna 60, ik zeg al heel lang dat ik bijna 60 ben, zo deed ik dat ook bij 40 en 50´) is verdraaid handig en vindingrijk. De markante inwoner van Westernieland barst van de energie, zijn hoofd zit vol met ideeën en hij voert ze meestal nog uit ook.
Een van zijn recentste projecten is een zelfgebouwde windmolen van 7,5 meter hoog naast zijn woning. ´Eigenlijk zou hij boven de nok uit moeten komen, maar dan zie je hem van alle kanten en dat wil ik niet. Ik wil ook geen molen die lawaai maakt of slagschaduw geeft.´
´Hij kan maximaal 7,5 kilowatt per uur opwekken. Dat haalt hij nooit op deze plek. Ik moet hem nog aansluiten. Als hij het doet hoop ik op 500 watt per uur.´
Sinds twee jaar brengt Berend zijn huis – een voormalig boerderijtje uit 1910 – op orde. ´Ik ben aan de achterkant begonnen en werk naar voren. Als een idioot.´
´Met de nieuwe dakgoot aan de noordwestkant ben ik maandenlang bezig geweest. De verhoudingen moeten kloppen en het licht moet goed door de knikkers vallen. Je moet het bedenken hè. Aan de andere kant van het huis komt precies zo´n dakgoot.´
Berend heeft iets met knikkers. In lampen en deuren keren ze ook terug. ´Werken met knikkers: niemand die dat doet, ik wel. Mijn moeder en enkele anderen sparen ze voor mij.´
´Vroeger speelden we als kind op straat, nooit binnen. Slootje springen, appels jatten, schaatsen, voetballen en spelletjes als knikkeren. Tegenwoordig heeft iedereen een iPad of smartphone. Ik weet het verschil niet eens. Kinderen weten niet meer wat spelen is. Ik vond het altijd leuk.´
´Ik weet nog goed dat ik van mijn ouders een zak met 100 nieuwe knikkers kreeg. In een mum van tijd had ik ze er allemaal doorgejast. Ik had er maar eentje over. Een oude, dikke knikker. Ik was de koning te rijk. Die knikker vond ik mooi, díe had ík gewonnen. Mijn moeder begreep er helemaal niks van.´
Het voorhuis heeft hij geïsoleerd en uitgegraven. Deze winter komt er een betonvloer in. Hij voorzag het huis van nieuwe dakkapellen, zolders, wanden, kozijnen en een prachtige sauna.
Buitenom is de boel grotendeels opgeruimd. ´Kun je wel zien hè? Het was één grote klerezooi. Alleen de voortuin moet ik nog aanpakken. Het is al honderd keer netter dan het was, het wordt nóg mooier.´
Berend woont er sinds 2013. ´Toen ik het boerderijtje kocht was het aardig vervallen. Er was weinig meer wat nog goed was. De aanpak van het huis heeft stilgelegen omdat ik door overspannenheid een paar jaar uit de roulatie ben geweest.´
De etalage – er zat volgens Berend ooit een postkantoortje en een kledingwinkeltje – heeft hij vernieuwd en iets naar voren gebracht. In het kozijn zijn uiteraard knikkers verwerkt met een lichtbron erachter. ´Mijn bedoeling is om in de etalage eigen beelden van hout, koper, glas en steen te exposeren en kunst van anderen.´
Met de dubbele deur naast de etalage heeft Berend grootse plannen. ´De dubbele deur moet ik nog maken. Daarvoor gebruik ik: hout, glas, knikkers, ijzer, koper, zand, steen en een spiegel. Meer geef ik niet prijs, de uitvoering blijft voorlopig geheim. Als het klaar is, zal iedereen die hier langskomt stoppen en zijn camera erbij pakken.´
Voor de verkoop op beurzen en markten heeft de beeldhouwer het momenteel te druk. Hij heeft zijn eigen bedrijf (Berend de Maatmaker), klust aan zijn huis en werkt op vrijdag en zaterdag bij Praxis in Winsum. ´Ik ben op 11 november 1985 begonnen bij Bob Sennema en werk dus 38 jaar in de bouwmarkt.´
Nu we het toch over 11 november hebben: elk jaar geeft Berend iets bijzonders aan de kinderen die aan de deur komen zingen. Vorig jaar konden zij bijvoorbeeld kiezen voor een door hem gemaakt tolletje. ´Dit jaar kregen ze 1 rijksdaalder, 1 gulden, 1 kwartje en 1 dubbeltje. Ik heb 8 kilo munten gekocht op een veiling. Wat er overgebleven is, verwerk ik in mijn badkamer.´
Zijn bedrijf beschouwt hij als een soort hulpdienst. ´Mensen vragen mij, ze hebben mijn hulp nodig omdat ze iets zelf niet kunnen. Dan help ik ze, ook met kleine klusjes waarvoor veel aannemers niet willen komen. Het gaat mij niet om geld verdienen. Het gaat om plezier hebben, dan komt de rest vanzelf.´
Een geweldige grap haalde Berend laatst uit bij zijn 82-jarige overbuurvrouw Jet. Misschien moest zij er zelf nog wel het hardst om lachen.
Berend: ´Ik heb een nieuw dak op haar schuurtje gezet. Ik had niet genoeg rode pannen, van de oude was een deel niet meer bruikbaar. Zelf had ik nog stapels zwarte pannen. Ik beloofde haar het op te lossen door er hier en daar een zwarte pan tussen te doen. Aan beide kanten heb ik heel snel zwarte pannen gelegd in de vorm van haar naam.´
´Wat vind je ervan, vroeg ik haar toen ze terug was van boodschappen doen.
Jet!!!, riep ze verbaasd.
Ik zei: zo heet jij toch? Of vergis ik me?
We lagen beiden in een deuk van het lachen. Als je het niet leuk vindt, verander ik het, zei ik nog. Daar kwam niks van in. Ze vindt het geweldig!´