Een oud schoolgebouw is ideaal voor kunstenaars. Ruimte zat en door de hoge ramen een prima lichtinval. Geen wonder dus dat Tiny (83) en Linda (59) Bouter zich thuis voelen aan de Laanweg in Roodeschool.
Aan beide uiteinden van de vroegere openbare lagere school hebben moeder (´in het lokaal van meester Dost´) en dochter (´in het handvaardigheidslokaal´) hun eigen woonruimte. Het middelste gedeelte is het atelier. De gang gebruiken ze als galerie.
Tiny trok eind jaren tachtig in de school, gebouwd in Amsterdamse stijl. Een dissonant is de nepschoorsteen, de originele uit 1929 had te veel aardbevingsschade en is ten grave gedragen. ´De schoorsteen zou een gevaar kunnen zijn bij aardbevingen, zei de NAM. Als wij hem niet lieten vervangen en hij zou schade toebrengen aan ons gebouw of bij buren, dan zouden de kosten voor ons zijn. Veel keus hadden we dus niet.´
Tiny: ´Ik woonde met mijn man in een boerderij in ´t Lage van de Weg. We moesten eruit omdat de verhuurder er wilde wonen. Net op moment kwam de school vrij door de vorming van de basisschool. Er was niet genoeg ruimte om ook de kleuters onderdak te bieden. Toen we met de makelaar rondkeken, kregen de kinderen nog les.´
Door alle verhalen is de school voor ons gaan leven
Haar man, beeldhouwer Willem Bouter, is inmiddels overleden. Linda woont er sinds medio jaren negentig. Ondanks een verbouwing zijn diverse elementen van de school nog intact.
Oud-Roodeschoolsters die even terug zijn in het dorp komen geregeld langs met de vraag of ze even mogen rondkijken. ´Grappig is dat ze vaak nog precies weten waar ze zaten in de klas. Wij vinden dat heel leuk. Voor ons was de school eerst een gebouw. Door alle verhalen is de school voor ons gaan leven.´
Tiny is keramiste en autodidact. ´Eerst maakte ik veel werk op de draaischijf, daarna heb ik me gespecialiseerd in monumentaal werk. Door problemen met mijn handen ben ik nauwelijks nog actief. Jammer, maar op een gegeven moment gaat het niet meer. Werk van mij is nog wel te zien op exposities. Die in Wijnjewoude is net afgelopen, binnenkort doe ik mee aan de keramistenexpo in Emmen.´
Linda: ´Mijn moeder doet de galerie nog altijd, de mensen ontvangen. Daar hangt alleen werk van ons beiden. Vandaar de naam Liti.´
Linda ging naar de Rietveldacademie. De bedoeling was om edelsmid te worden, maar intussen legt ze zich vooral toe op schilderen, keramiek en dichten. En als het even kan een combinatie. ´Ik vind het prettig om dingen af te wisselen omdat ze zo verschillend zijn in de uitvoering.´
Wat betreft haar schilderijen wil ze niet in een hokje geduwd worden: ´Ik heb mijn eigen stijl. Het is in elk geval niet abstract en niet naar werkelijkheid geschilderd. Ze zijn kleurrijk, want ik houd erg van kleur. De mensen staan centraal. Het gaat mij om de expressie.´
Werk van haar staat in het boekje dat verschijnt naar aanleiding van het kunstwerk De Wilde Zwanen van Jan van der Zee. ´De mozaïek is met de openbare basisschool Brunwerd meeverhuisd naar de brede school. Het is mooi dat het kunstwerk bewaard blijft. Voor vroegere leerlingen van het oude schoolgebouw is het een mooie herinnering.´
Linda heeft in mei op uitnodiging een expositie in Vianden, Luxemburg. Schilderijen, keramiek en gecombineerd werk zal daar van haar te zien zijn.
Als keramiste maakt ze gebruiksgoed, zoals schalen, kaarsenstandaards, tapas- en ontbijtsets. Ze is al geruime tijd bezig met haar Schalen van Richter. Voor elke aardbeving met een kracht van 2,5 of meer ontwerpt ze een schaal.
Urnen en gedenktekens zijn van de laatste jaren. ´We hebben een eigen urnenlijn. Het kwam op ons pad, mensen vroegen ons erom. Mensen willen toch graag iets persoonlijks en niet een standaardurn. Bij ons heb je alle tijd om dat te kiezen wat bij je past. Dat doen we samen in overleg, de familie is vaak betrokken bij de gehele productie.´
´Het is eervol werk, je wordt bijna familie, de mensen komen zó dichtbij met hun persoonlijke verhalen. En ze zijn ontroerd als ze hier weggaan met de urn. Alsof ze een pasgeboren kind in de arm hebben, zo liefdevol.´
De oude school is stempelpost voor het Pronkjewailpad. Om de denkbeeldige drempel verder te slechten, doen moeder en dochter elke eerste zondag van de maand mee aan Atelierroute Hoge Noorden. De eerstvolgende is op 6 maart.