Moi zeggen, de huizen en zonsondergang; Arinda geniet op het Hogeland

Arinda in de ´kerk´ van kunstenaar Meschac Gaba op begraafplaats Wierhuizen, bij Pieterburen.

Indonesië of het Hogeland, een wereld van verschil. Dat merkt ook Arinda Dwi Lestari (23). Zeven weken logeert ze bij haar vriend Joes Vos (22) in Winsum. Voor het eerst van haar leven in het buitenland.

´Ik heb veel over Nederland gelezen, foto´s bekeken en met Google maps krijg je een goed beeld van hoe de dorpen en het landschap eruitzien´, zegt ze in vloeiend Engels, een dag voor haar vertrek naar huis.

´Noord-Nederland is erg vlak, in Indonesië heb je ook bergachtig gebied, vooral in de buurt van vulkanen. Het landschap is bij ons veel minder schoon. Veel mensen dumpen hun afval in de rivieren en langs de wegen. Het afval wordt op veel plaatsen niet opgehaald. Dat is in Nederland beter geregeld.´

Arinda met vriend Joes op de Boog in Winsum. Het T-shirt neemt ze mee: Winsum-promotie in Indonesië!

Het was op alle fronten wennen. De temperatuur ligt hier flink lager (´ik draag een T-shirt, twee hoody´s en een jas over elkaar heen´), herfst en winter kent ze niet (´bij ons blijven de bomen groen´) en het is stiller (´vanaf 6 uur ´s morgens is het in Indonesië druk met auto´s en motoren en dat gaat de hele dag door´).

De overgang naar ander voedingspatroon bezorgde haar vooral in de eerste dagen een onverzadigbaar gevoel, een knorrende maag. Diezelfde ervaring had haar vriend toen die bij haar in Cirebon was en overschakelde op rijst. Arinda: ´Het eten vind ik lekker in Nederland. Frikandel, hutspot, gehaktbal en niet te vergeten de eierbal van cafetaria Koning in de stad. Vanmiddag heb ik mijn eerste zoute haring gehad: heerlijk.´

Deze foto van de ondergaande zon maakte Arinda op Noordpolderzijl. ´De zonsondergang is vaak erg mooi in Nederland.´

Fietsen is bij haar thuis alleen mogelijk als je je met gevaar voor eigen leven tussen het verkeer begeeft. In fietsgemeente Het Hogeland greep Arinda haar kans en maakte diverse tochtjes. In gezelschap of alleen, voor de route vertrouwend op haar smartphone.

Ze verbaasde zich over de vele dorpsbosjes en de mooie kerken (´bijzonder dat in Bedum drie vlak bij elkaar staan´) en huizen (´bij ons wordt nauwelijks aan onderhoud gedaan´). ´Eigenlijk zijn alle dorpen en ook de stad Groningen het bekijken waard. Lauwersoog en Noordpolderzijl spreken mij ook aan. En de drie dagen samen met Joes op Ameland waren ook geweldig.´

´Wat ik ook heel leuk vind: in Indonesië groet je alleen bekenden, hier zegt bijna iedereen die je tegenkomt hoi of moi. Natuurlijk doe ik dat nu ook.´

Aduarderzijl. In totaal maakte Arinda 2000 foto´s tijdens haar verblijf in Groningen.

Tijdens haar verblijf stak ze veel tijd aan een onlinecursus Nederlands, wat ze in Indonesië ook al deed. ´Ik wil graag weten wat de mensen zeggen en bedoelen. Nederlands is een veel moeilijker taal dan Engels. De werkwoordsvormen en het woordgeslacht maken het ingewikkeld. Weet je trouwens wat ik een mooie naam vind om te zeggen? Jeneverbrug.´

Hier zegt bijna iedereen hoi of moi

Over een dag gaat ze terug naar het land waar het er volgens Arinda relaxter aan toegaat. ´Mensen zijn in Nederland gehaaster. Busy, busy. Veel zaken staan hier op tijd en mensen houden zich eraan. In Indonesië is de klok van elastiek. Spreek je af om vier uur, dan komt iedereen bijvoorbeeld om halfvijf. Dus kom je zelf ook later om niet te hoeven wachten.´

´De tijd is hier omgevlogen. Het is heel snel gegaan. En ik hoop snel terug te komen. En hoe de toekomst eruitziet, of dat Indonesië of Nederland wordt… dat zien we wel.´

In de avondzon in Eenrum. De camera in de aanslag om de zonsondergang vast te leggen.

Arinda woont met haar ouders, twee broers en schoonzus in de buurt van Cirebon, een stad aan de noordkust van West-Java. Ze studeert en helpt daarnaast haar ouders in de warung, een traditionele basiswinkel. Ze miste in de eerste weken vooral haar acht katten die ze met alle liefde verzorgt. Inmiddels zijn het er negen…

Joes studeerde één jaar (2018-2019) in Indonesië op de hogeschool voor management en computer IKMI. Arinda zat ook op die school en heeft inmiddels haar diploma. Ze trokken al snel met elkaar op en sindsdien is het dik aan. Alleen de afstand maakt het lastig elkaar te zien.

Maar als alles volgens plan verloopt, is dat het komend studiejaar geen probleem. ICT-student Joes wil zijn stage en minor doen in het land hier ruim 11.000 kilometer vandaan.