Jan & Tjaaktje beleven hun 45ste kerst als slager in Baflo

Tjaaktje doet vooral de administratie en springt bij in de zaak.

De donkere dagen voor kerst zijn voor slagers de drukste periode van het jaar. Bij Slager Bos & Co is dat niet anders. Maar Jan en Tjaaktje Bos zijn het gewend. Ze beleven hun 45ste kerst en oud & nieuw als slager in Baflo. ´Toen we op 6 september 1976 begonnen, waren er landelijk 9500 zelfstandige slagerijen. Nu zijn het er nog tegen de 2000. De rest is verdwenen.´

Jan (72) en Tjaaktje (68) zijn de jongsten niet meer, maar stoppen is er niet bij. Jan: ´Ik heb er nog zoveel lol in, dat is zó belangrijk. Eigenlijk zou ik de hele tent nog weleens willen verbouwen, zoveel plezier beleef ik hier. En dan maakt het niet uit hoe oud je bent.´

Toch kijken beiden echt wel met een schuin oog naar de toekomst. Sinds enkele jaren prijkt Co achter de naam Bos: Slagerij – Worstmakerij J. Bos & Co.

Tjaaktje: ´Daarin zitten Jan en ik, onze dochter Tjaaktje (Doornbos-Bos) en Mark Smit-Mooi. Mark was in het verleden onze leerling-slager. Daarna heeft hij op ons advies een tijdlang rondgekeken bij andere slagers. Wij zijn natuurlijk de beste, maar collega´s doen ook goede dingen en daar leer je alleen maar van. Wij hebben niet anders gedaan.´

Mark (28) uit Den Andel neemt als alles volgens plan verloopt het bedrijf in de toekomst over.

´Mark is een prima vakman, een goede slager die alles goed oppakt. Het is de bedoeling dat hij de zaak op den duur overneemt als wij ermee stoppen. Het zou kunnen dat Tjaaktje gelijktijdig met ons stopt, zij heeft een bedrijf in kindercoaching. Wanneer het zover is, geen idee. Het draait heel goed zo en zolang Jan het leuk vindt, blijven we. De constructie die wij gekozen hebben, biedt Mark de mogelijkheid te sparen voor de overname.´

Zelfstandigheid is altijd wel een dingetje geweest voor Jan. ´Ik kan er slecht tegen dat een ander zegt wat ik moet doen. Uiteindelijk moet je je eigen visie volgen. In het verleden waren we een jaar of zes aangesloten bij Het Worstmakersgilde, dat was het beste van het beste. We hebben in die periode veel geleerd en diverse prijzen in de wacht gesleept met onze worsten. Op den duur werden we echter steeds meer beperkt in onze eigen keuze en zijn onze wegen gescheiden. Daarom staat er alweer jaren gewoon weer slagerij Bos – tegenwoordig met Co – op het pand.´

´Met onze prijzen hebben we de kranten gehaald. Eén keer reikte Hans Wiegel de prijs aan ons uit.
Weet je wat het Nieuwsblad boven de foto zette?´
Nou?
´Hansworst!´
Jan en Tjaaktje kunnen er 20 jaar na dato nog hartelijk om lachen.

Een vader komt vlees halen met zijn kroost.

Ze zitten in een prachtig pand aan de Sijtsmaweg, op de kop van de Laurentiusstraat. Tjaaktje: ´We hebben een periode overwogen om elders een grotere slagerij te beginnen, maar waar vind je zo´n prachtige plek in zo´n mooi dorp? Vroeger hadden we zelfs ons paard hier staan. De hele buurt keek toe als er een veulen werd geboren.´
Jan: ´Ons pand is ons visitekaartje. Dat moet kwaliteit uitstralen. Datzelfde geldt voor de toonbank, die moet er goed en schoon uitzien. Hygiëne staat bij ons hoog in het vaandel.´

De slagerij is drieënhalve dag per week geopend, van woensdag tot en met zaterdagmorgen. Die dagen staat Jan om halfzeven op om de toonbank te vullen, samen met Mark. Daarna overleggen ze wat er verder moet gebeuren. Hilda Wierenga en Heidi Horn draaien een aantal uren in de week mee in de verkoop.

Jan snijdt het vlees niet alleen op zondag.

Van het besluit om op dinsdag dicht te gaan, hebben ze nooit spijt gehad. ´Gek genoeg steeg onze omzet. Slagers in bijvoorbeeld Uithuizen en Kloosterburen hielden ermee op, waardoor onze regiofunctie groeide. We hebben veel klanten die van verder weg komen en één keer in de twee of drie weken komen voor een kratje vlees. We verzenden ook gevacumeerd worsten door het hele land. Voor onze ouderwetse rolpens komen mensen uit Utrecht binnenkort speciaal naar Baflo.´

Ook vegetariërs kunnen voor een beperkt assortiment bij hen terecht, de toenemende belangstelling voor vegetarische producten is het echtpaar niet ontgaan. Tjaaktje: ´Ik denk er het mijne van. Als ik kijk naar wat de sojateelt in Brazilië voor impact heeft op het milieu, dan kleven aan soja-vleesvervangers enorme nadelen. Je hoeft niet elke dag vlees te eten, dat propagandeer ik zeker niet. Maar als je het eet, neem dan een goed stukje vlees.´

Eén keer oog in oog gestaan met een stier… dat niet weer!

Tjaaktje herinnert zich de aankoop van het bedrijf nog als de dag van gisteren. ´Jan was chef-slager bij supermarkt Hoek in Warffum. Op een zaterdagmiddag belde hij me op. Of ik om halfzeven in Baflo wilde zijn. Slager Siegers in Ten Boer, bij wie Jan leerling is geweest, had gezegd dat in Baflo wel een goede boterham was te verdienen en Zwerver wilde af van zijn slagerij. Twee dagen later zaten we bij de notaris om de stukken te tekenen.´

´Eén voorwaarde heb ik gesteld: we slachten geen dieren. Op de boerderij heb ik één keer oog in oog gestaan met een stier toen ik de voordeur opentrok… dat niet weer!´

En de rollade wordt in Baflo nog op ouderwetse wijze geknoopt. Dat komt heel precies. ´Het mag geen handtasje worden met te slap touw. Maar het touw mag ook niet te strak, dan loopt het vocht eruit.´ Maar liefst 1000 rollades gaan er in de week van kerst de deur uit.

Voor de boerendochter (uit Winsum) die eerder werkzaam was in het onderwijs, was het wel even wennen. ´Als Jan zijn karbonades niet op volgorde had liggen, verkocht ik citroenen voor knollen. Ik wist van toeten noch blazen. Het verschil tussen lendelappen en riblappen? Geen idee. Als ik vroeger vlees voor mijn moeder moest halen, zei ik: graag twee lapjes door de machine, dan wist de slager genoeg. Maar ik heb flink bijgeleerd in al die jaren. Rollades en worst maken kan ik niet, voor de rest doe ik alles. De boekhouding vormt de hoofdmoot.´

Bij lief en leed leef ik met de klanten mee

En net als Jan voelt zij zich als een vis in het water in de slagerij. ´Dit doe ik met 150 procent plezier. De sociale contacten vind ik geweldig. Ik mag graag met mensen omgaan, bij lief en leed leef ik met ze mee.´

Hun drie dochters en zoon (en ook kleindochter Auriana van 17) helpen elk jaar mee in de laatste week voor kerst en nemen daarvoor vrij van hun werk. ´Ja, ze zijn geen slager geworden, Tjaaktje doet het er een paar uur bij. Kinderen maken hun eigen keuzes, terecht! Maar ze zijn alle vier wel op het sociale vlak bezig of bezig geweest. Daarin zijn ze opgegroeid. Daar ben ik trots op.´

´Toen Tjaaktje 12 was prikte ze al met een vriendinnetje stokjes voor de braderie. Als beloning mochten ze op onze kosten naar de Avro´s Toppop Drive-in Show. We hebben de kinderen altijd keurig betaald voor hun werk voor de slagerij. Want zouden zij het niet doen, dan moesten we er iemand voor inhuren en waren we het geld ook kwijt.´

Tjaaktje (45) draait soepballetjes voor woonzorgcentrum Viskenij. Ze werkt een aantal uren in de slagerij en heeft daarnaast een bedrijf in kindercoaching aan de Maarhuizerweg in Baflo.

´We draaien voor kerst dagen van zes uur ´s ochtends tot zeven uur ´s avonds. We hanteren een strakke planning en iedereen weet zijn of haar taak. Ik ben vooral bezig met de administratie en houd het orderboek bij. Onze zoon Fokke Jan bijvoorbeeld zorgt voor het ontbijt en bakt pannenkoeken.´

Traditioneel kunnen klanten op eerste en tweede kerstdag tussen 11 en 12 uur hun bestellingen ophalen. ´Dit jaar hebben we vanwege corona een speciale looproute. Mensen komen binnen aan de achterzijde, waar de koffie en glühwein klaar staan. Ze gaan het hele pand door en verlaten de winkel aan de voorkant. Anders wordt het veel te druk. Na afloop van de kerkdienst stroomt de winkel altijd vol, dit jaar kan dat beslist niet.´

Na het middageten gaan de beentjes omhoog

Na de kerst breekt opnieuw een drukke week aan, want met oud en nieuw is het vlees evenmin aan te slepen. ´Iets lekkers haal je immers bij de slager.´
Juf, slager… Tjaaktje had ook reclamemaker kunnen worden.

Ontspanning is er ook voor Jan en Tjaaktje, die nog actief is voor de Stichting Vrienden van Viskenij, maar andere bestuursfuncties inmiddels heeft neergelegd. Ze mogen graag fietsen en gaan elk jaar op wintersport naar Oostenrijk.

Overdag bijtanken is vaste prik. Steevast na het middageten gaan de beentjes omhoog, een klein uurtje maar.
Tjaaktje: ´En o wee, wie ons stoort!´